Op 29 april 1872 schreef de Bossche bisschop Johannes Zwijsen een brief aan de regering. Hij stemde in met een jaarlijks salaris voor de pastoor van het nieuwe kerkdorp Zijtaart. Het kerkbestuur had hem bewezen haar eigen boontjes te kunnen doppen.
Zijtaart had voor haar zelfstandigheid jarenlang in de clinch gelegen met de Veghelse pastoor Bernadinus van Miert. De Bosschenaar droomde over de bouw van een gotische kerk in het Veghelse dorpshart. Daar kon geen tweede kerk bij. Er kwam géén afsplitsing ten nadele van Veghel.
Alle voetvallen ten spijt, niets kon de mening van de pastoor doen wankelen. Bisschop Zwijsen mengde zich toen niet in de discussie. De dood van Van Miert in 1870 speelde Zijtaart in de kaart. De nieuwe Veghelse pastoor Ferdinand Clercx droeg de Zijtaartse zaak een warm hart toe. Zijn broer Felix werd immers de nieuwe pastoor van Zijtaart. Clercx was op z'n hoede voor lange tenen in de Veghelse raad. Die was verdeeld in pro- en contra-Zijtaart.
Niet alleen de gemeenteraad, maar ook Zwijsen wilde harde garanties. De bisschop was bang dat de inwoners van Zijtaart onvoldoende middelen bezaten om de kerkstichting te betalen. Maar de inwoners lieten niets aan het toeval over. In hun vrome plannen hadden zij de Bosschenaar Jan Baptist van Son betrokken. Ultra-katholiek Van Son was oudminister en vertrouweling van bisschop Zwijsen. Hij adviseerde Zijtaart. Met ongeëvenaarde ijver wierven de inwoners fondsen en namen maatregelen "tot stichting der noodige gebouwen".
Zwijsen was tevreden. Hij stemde in met de nieuwe parochie. Van Son jubelde: "God zy er over geloofd en gedankt, want het is zyn werk!". Hij prees het doorzettingsvermogen: "Uw moed, Uw vertrouwen in de goede zaak en uwe volharding, hebben den Hemel en de aarde geweld aangedaan." Met een prachtige kerk als resultaat. De gemeenschap Zijtaart blijft de kerkstichters "eeuwig dankbaar", aldus Van Son. Ook al is het Rijke Roomse Leven niet meer. De kerk staat er nu nog steeds. In het hart van het kerkdorp.
Bovenstaand verhaal stond eerder in het Brabants Dagblad.
Reactie toevoegen