Een van de weinige foto's van de grot van 1885: leden van het meisjespatronaat H. Agnes uit Rucphen poseren voor de grot. Het Mariabeeld is gekroond. Foto: West Brabants Archief, nr. RAW014040264. |
De Antwerpse opzichter Séger Dupas leidde de bouw waaraan een aantal Waalse arbeiders uit Rochefort werkten, met als adviseur B. Lauwerijssen, pastoor van Boschkapelle. In september 1885 werd de grot opgeleverd. De gebruikte stenen waren afkomstig van de toen juist gesloopte vestingwerken van Bergen op Zoom. Verder gebruikte men 50 ton cement, 50 ton ijzer en 50 km ijzerdraad. De kosten bedroegen in totaal ca. f 6.000,-.
Tien jaar later kreeg Van Rooij een nieuwe kapelaan, Petrus Nolbertus Bastiaansen, die in 1909 zelf pastoor werd in St. Willebrord. Als groot propagandist van de Mariadevotie stond hij in 1925 aan de basis van een nieuwe parochiekerk, de Rozenkanskerk, geïnspireerd op de Rozenkranskerk in Lourdes. Doordat in 1885 inferieure materialen gebruikt waren voor de Lourdesgrot, was deze na 40 jaar te vervallen om nog op te knappen. Bastiaansen besloot een nieuwe te bouwen, die de situatie in Lourdes zo precies mogelijk zou nabootsen. |
Foto: Ruud Onos |
Hij reisde in de winter van 1925/1926 naar Lourdes om ter plekke tekeningen van de grot te maken. Samen met de architect ontwierp hij ook het processiepark dat in zijn vorm veel ontleent aan Lourdes.
Het Mariabeeld in de grot is een stenen kopie van het beeld in Lourdes met rond het hoofd, op een metalen boog, de woorden “Ik ben de onbevlekte ontvangenis”, de vertaling van het Zuid-Franse “Que soy era immaculada counceptiou” op de sokkel van het beeld.
In 1926, direct na de bouw van de nieuwe kerk en grot, reisde Pastoor Bastiaansen nogmaals naar Lourdes om eigenhandig een brok uit de echte rots te hakken. Deze steen is als reliek in de grot ingemetseld. Op 8 augustus 1926 wijdde vicaris Van Oers van het bisdom Breda de nieuwe kerk en grot in. De pastoor zelf plaatste het zware Mariabeeld in de daarvoor bestemde nis. Op zondag 7 oktober 1928 consacreerde Petrus Hopmans, bisschop van Breda, het vaste marmeren altaar in de grot, dat grote gelijkenis vertoont met dat in de grot van Lourdes
De grot uit 1885 trok al vanaf het begin veel bedevaartgangers. Op 8 december 1885 (Maria Onbevlekt Ontvangen) zouden er 4.000 pelgrims in Sint Willebrord zijn geweest. De bedevaartgangers waren afkomstig uit heel West-Brabant. Van buiten Brabant kwamen bezoekers vooral uit Rotterdam en omstreken. Groepsbedevaarten kwamen onder andere uit Oudenbosch (400 pensionnaires van het Institut St. Louis), Breda (Catholieke Jongelingschap), Hoeven, Sprundel en Klundert (afdelingen van de H. Familie) en Etten (Congregatie van O.L. Vrouw).
In 1888 verleende paus Leo XIII een volle aflaat aan degenen die op de vijf voornaamste feestdagen van Maria en op de eerste zondag van oktober deelnamen aan de plechtige processie en een bezoek brachten aan de grot en de parochiekerk.
Bij de inwijding van de nieuwe grot in 1926 waren er opnieuw zeker 5.000 pelgrims in Sint Willebrord. De sacramentsprocessie en ziekenzegening van zondag 7 juli 1929 en die van zondag 24 juli 1932 werden via de KRO-radio verslagen. Tegenwoordig beloopt het aantal bedevaartgangers eerder enkele tientallen. De huidige grot is een Rijksmonument (nummer 525726).
Bron: Databank Bedevaart en Bedevaartplaatsen in Nederland, lemma Sint Willebrord, O.L. Vrouw van Lourdes door Ad Schrauwen
Foto: Kees Wittenbols, Breda
Reactie toevoegen