Gevolg is dat we hier te maken hebben met een waterstaatskerk die er niet uitziet als een waterstaatskerk. Deze kerken, die werden betaald door de Staat en ontworpen door ingenieurs van Rijkswaterstaat, waren meestal neoclassicistisch van stijl.
De parochianen van ‘t Goirke hadden stevig gelobbyd voor hun kerk. Ze kerkten nog steeds in de oude schuurkerk, die weliswaar het aanzien van een kerk had gekregen, maar niet bepaald kon doorgaan voor een symbool van het opbloeiend katholicisme.
Aanvankelijk kregen de parochianen nul op het rekest bij koning Willem I. Maar na herhaalde verzoeken kregen ze een bedrag toegewezen dat veel hoger was dan gebruikelijk. Waarschijnlijk is dit te danken aan kroonprins Willem, de latere koning Willem II, die vaak in Tilburg kwam.
En wellicht is de uitzonderlijke bouwstijl ook een gevolg van de bemoeienis van prins Willem: hij hield van de vroege neogotiek, die destijds vooral in Engeland opgeld deed.
De Goirkese kerk is de op één na oudste kerk van Tilburg (de Heikese kerk, eveneens gewijd aan de H. Dionysius, is de oudste). Wel is er veel aan verbouwd. Eigenlijk is van het oorspronkelijke gebouw alleen het schip nog bewaard gebleven.
Naast de kerk bestaan er natuurlijk ook herinneringen aan de pastoors en kapelaans van vroeger. Op de foto zien we een van hen, W. van Beurden. Hij werd in 1952, op 48-jarige leeftijd als pastoor in de Dionysiusparochie ingehaald. Kapelaans van pastoor Van Beurden waren onder anderen J.H. van Ooy, C. Zigenhorn en H. Reulen.
Reactie toevoegen