Vanaf ongeveer 1875 begon men over de hele wereld kopieën van deze Lourdesgrot te bouwen. Alleen al in Noord-Brabant zijn er meer dan 100 bekend.
De verschijning van Maria in Lourdes kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Iets meer dan drie jaar tevoren, op 9 december 1854, had paus Pius IX het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria afgekondigd. Het antwoord van Maria aan Bernadette, “ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”, maakte het verhaal van het meisje in de ogen van een aantal geestelijken geloofwaardiger, want hoe zou een 14-jarig molenaarsdochtertje van afgekondigde dogma’s kunnen weten?
Op aanwijzingen van Maria werd in 1866 een kapel gebouwd bij de grot van Massabielle, de plaats van de verschijningen. Die kapel werd al gauw te klein voor de grote toestroom van gelovigen. Daarom werd bovenop de rots een grotere kerk gebouwd, de basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis, in 1873 ingewijd. Het jaar daarvoor was al de eerste officiële bedevaart naar de kapel gehouden.
De grot van Massabielle
Toen Pius IX in 1874 in het Vaticaan een kopie liet bouwen van de grot van Massabielle, leidde dat tot een golf van zogenaamde Lourdesgrotten overal ter wereld waarin Onze Lieve Vrouw van Lourdes vereerd werd.
Die eerste golf van Lourdesgrotten duurde van ongeveer 1875-1900. Het Vaticaan zorgde daarna nog voor een kleine opleving door in 1907 de verschijning van Maria in Lourdes op te nemen in de liturgische kalender.
De tweede golf van Lourdesgrotten ontstond toen Bernadette Soubirous in 1925 zalig werd verklaard en in 1933 heilig, dus in de jaren ’20 en ’30.
Direct na de oorlog bloeide de devotie voor Maria sterk op: velen waren Maria dankbaar voor Haar bescherming tijdens de oorlogsjaren. Dat effect werd nog versterkt toen paus Pius XII in 1950 het vierde Mariadogma afkondigde, namelijk dat van Haar Ten Hemelopneming. Zo beleefde de bouw van Lourdesgrotten zijn derde golf.
Grottenbouwers
Een exacte kopie op ware grootte is zeldzaam onder de Lourdesgrotten, de meeste zijn op schaal 1:4. Daarnaast zijn er ook vele miniatuuruitvoeringen bekend.
Behalve exacte kopieën maakte men ook wel fantasiegrotten, maar altijd blijft het schema intact van grot, rechts daarboven (voor de kijker) een nis met Mariabeeld (met een blauw overkleed en een rozenkrans) en links ervoor het beeld van een geknielde Bernadette, die als het ware de plaats vertegenwoordigt van onszelf. Curieus genoeg wordt dit schema heel incidenteel in spiegelbeeld gehanteerd, zoals bijvoorbeeld in Helmond.
De behoefte aan Lourdesgrotten leidde tot het ontstaan van gespecialiseerde grottenbouwers, vooral in België (waar het werkwoord rotseren of rocailleren onstond). In Noord-Brabant bouwde de firma P. Verbraak uit Tilburg (Kunstatelier St. Lucas) aan de Lourdesgrot in het processiepark in Mariahout en het Petrus Donderspark in Tilburg. In Rijsbergen leverde de Belgische firma Decor Wed. Frans Janssens & Zonen uit Westmeerbeek-Dorp een Lourdesgrot. In het laatste kwart van de 19e eeuw voerde de firma W.F. Maréchal uit ’s-Hertogenbosch tuinontwerpen voor kloostertuinen uit, vaak met Lourdesgrot, net als de gebr. W.H. en H.J. Ebben uit Cuijk (o.a. het processiepark Katwijk bij Velp).
Verspreiding
Lourdesgrotten komen in heel Nederland voor (bijvoorbeeld in het Friese St. Nicolaasga), maar natuurlijk vooral in het overwegend katholieke zuiden en dus ook in Noord-Brabant. Ze kwamen er op initiatief van ondernemende pastoors, die niet alleen de Mariadevotie vurig waren toegedaan, maar ook een open oog hadden voor de commerciële waarde van een goed lopend bedevaartsoord, zoals bijvoorbeeld in Katwijk en Sint Willebrord, waar zich in de bloeitijd duizenden pelgrims verzamelden.
Daarnaast verrezen de grotten vooral ook in kloostertuinen, met name in de tuinen van onderwijscongregaties (en dan vooral in het onderwijs aan meisjes). Blijkbaar gebruikten de nonnen deze vorm van Mariadevotie graag in de religieuze opvoeding van hun pupillen. Toen die kloosters in de jaren ’70 en 80’ in snel tempo leeg kwamen te staan, zijn veel van deze Lourdesgrotten verdwenen. In dezelfde tijd hadden ook de meeste 'openbare' grotten last van verloedering, als ze al niet gesloopt werden.
Maar opvallend is dat na 2000 een aantal nog bestaande Lourdesgrotten is opgeknapt, vaak op initiatief van gelovigen die behoefte hadden aan een plek voor inkeer en meditatie. En zo zien we dat terwijl de kerken leeglopen, de kapelletjes en ook Lourdesgrotten hun kaarsjes brandende houden.
Overzicht
Het thema ‘Lourdesgrotten in Noord-Brabant’ bevat op dit moment ruim 100 exemplaren plus een foto van een privégrotje in iemands achtertuin (inmiddels gesloopt). Onder die 100+ bevindt zich onder meer ook een tijdelijke en een draagbare grot (meegedragen in een processie). Het gaat zowel om nog bestaande als inmiddels verdwenen grotten.
En dit overzicht is zeker niet compleet: er hebben ongetwijfeld meer Lourdesgrotten bestaan in de provincie dan deze 100+. Een aantal van de nog bestaande grotten geniet inmiddels de status van rijksmonument.
Reactie toevoegen