Voordat het echtpaar de officiële bisschoppelijke toestemming voor de kloosterstichting had verkregen, was men al met de bouw begonnen. Ruim een halve eeuw is men aan het bouwen gebleven, van 1653 tot 1709. Het was de bedoeling dat de Karmelieten de zielzorg in Boxmeer en omgeving voor hun rekening zouden gaan nemen, zeer tegen de zin van de toenmalige pastoor Peelen.
Het zeventiende-eeuwse gebouw bestaat uit vier vleugels rondom een gewelfde kloostergang. Klooster en kerk zijn door een overkluisde doorgang met elkaar verbonden. Het poortgebouw is voorzien van een geheel in baksteen uitgevoerde, geblokte Dorische poortomlijsting met gebroken fronton en daartussen een aedicula in Ionische stijl met een Mariabeeld in de nis. Onder die nis is het alliantiewapen van de stichters van het klooster aangebracht.
In het klooster bevinden zich achttien prachtige glas-in-lood ramen uit de zeventiende eeuw, naar ontwerp van Abraham van Diepenbeek.
De voorstellingen hebben betrekking op de berg Karmel en de Karmelietenorde. Andere bijzondere stukken in het klooster zijn zes olieverfschilderijen, afkomstig uit het kasteel, met daarop drie generaties graven en gravinnen van het Huis Bergh.
Op 1 juli 1995 openden de Broeders van de la Salle hier een communiteit. De broeders woonden op de middenverdieping van het karmelietenklooster. De ingang was gelegen aan het Kerkpad. Ze hadden er hun provincialaat, dat bij de opheffing van de communiteit in december 2003 is overgeplaatst naar Voorhout bij Leiden.
Reactie toevoegen