Na de inval in 1940 nemen nazi’s een groot aantal vooraanstaande Nederlanders gevangen. Hun arrestatie is een represaillemaatregel tegen de internering van bijna 2.400 Duitsers in Indië. Tegen deze achtergrond worden de Nederlandse gevangen “Indische gijzelaars” genoemd, terwijl het merendeel daar niet vandaan komt. Niet hun herkomst maar hun maatschappelijk belang maakt hen in de ogen van de Duitsers geschikte gijzelaars.
De groep wordt – na een zwerftocht langs andere kampen – in de loop van 1942 in kamp Sint-Michielsgestel geïnterneerd. De eigenlijke reden voor hun internering is in feite al in januari 1942 verloren gegaan: na de verovering van Nederlands-Indië door Japan zijn de Duitse gevangenen per boot naar Brits-Indië gebracht en uitgeleverd aan de Britse autoriteiten.
Lopend naar Ruwenberg
Maar de “Indische gijzelaars” moeten blijven. Ze worden weliswaar niet beschouwd als sabotagegijzelaars, in die zin dat ze met hun leven borg staan voor daden van de Nederlandse ondergrondse, maar ze krijgen hun vrijheid niet terug. Rond de jaarwisseling van 1942 naar 1943 wordt de groep Indische gijzelaars overgeplaatst naar de Ruwenberg, op loopafstand van St.-Michielsgestel.
Daar krijgen ze meer vrijheden dan de gijzelaars die achter moeten blijven in St.-Michielsgestel. Af en toe wordt iemand vrijgelaten, meestal om gezondheidsredenen. Op 6 september 1944, wanneer de Duitse nederlaag een kwestie van dagen lijkt, wordt De Ruwenberg ontruimd en belanden de gijzelaars in kamp Vught. Elf dagen later volgt ook de ontruiming van Vught.
Zo dragelijk mogelijk
De internering had ook veel gevolgen voor de fraters, zo zien we later terug in de krant. “De Ruwenberg-school moest door de fraters en hun leerlingen worden ontruimd. Maar een aantal fraters bleef achter om voor de menage te zorgen. Zij hebben de gijzelaars in ieder opzicht en met groot eigen risico bijgestaan. Zij onderhielden voor hen het contact met de buitenwereld, zij smokkelden brieven en pakketten en niet zelden ook gijzelaars naar buiten. Zij verborgen in een geheime kamer het kostbare radiotoestel dat Radio Oranje en de BBC binnen het kamp bracht. Zij deden wat zij konden om het leven der gijzelaars zo dragelijk mogelijk te maken”, lezen we in het Algemeen Handelsblad van 8 juni 1949.
Deze opstelling is door de gijzelaars zeer gewaardeerd, blijkt uit hetzelfde krantenartikel. “Namens allen is nu gisteren aan de Ruwenberg een geschenk aangeboden, als dank voor de hulp die in moeilijke dagen zo gul geboden werd. Nog eenmaal is men bijeengekomen in de cantine om het geschenk, een Philips-geluidsfilm-projectie-toestel aan de frater-superieur over te dragen.”
Reactie toevoegen