Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Paters & Nonnen

De benaming 'Ordo Fratrum Minorum' of 'Orde van de Minderbroeders' is heel bewust gekozen door Franciscus van Assisi (1182-1226). Zijn ideaal voor zichzelf en zijn medebroeders was om als broeders van de armen, de 'minderen', bezitloos te leven en er helemaal te zijn voor God en de behoeftige medemensen.

Franciscus stichtte zijn orde in het begin van de dertiende eeuw. Al snel daarna, in 1209, gaf paus Innocentius III zijn toestemming. In 1217 zond Franciscus zijn volgelingen vanuit Assisi naar alle windstreken. In 1223 vaardigde paus Honorius III een brief uit waarin hij de Orde van Minderbroeders constitueerde en een eenjarige proeftijd instelde. In 1229 vestigden de eerste minderbroeders franciscanen zich in de Lage Landen, en wel in ‘s-Hertogenbsoch.

In Utrecht kwam rond het midden van de dertiende eeuw het hoofdklooster. Omstreeks 1500 waren er zo'n 25 kloosters, verspreid over de Nederlanden. Met de komst van de Reformatie in de zestiende eeuw, werden de franciscanen uit Holland en Zeeland verdreven en sommigen zelfs vermoord, onder wie elf van de negentien 'Martelaren van Gorcum'.

In de Zuidelijke Nederlanden bleven de kloosters behouden. Van daaruit zijn de franciscanen actief in het pastoraat. Waar ze verjaagd waren, betrokken zij al snel pastorieën en verzorgden de eredienst in schuilkerken.

Na verloop van tijd groeide de orde, maar de franciscanen raakten verdeeld. De Eerste Orde is na de dood van Franciscus uiteen gevallen in drie hoofdgroepen. In 1517 splitste paus Leo X de orde. De ene groep bestond uit de conventuelen, die gezamenlijk eigendom mochten bezitten, zoals ook bij andere monnikenordes voorkwam. De andere groep, de observanten, hielden zich zoveel mogelijk aan de principes van Franciscus. De observanten waren lang in de meerderheid.

In 1528 werd een derde groep, de kapucijnen, afgesplitst en verzelfstandigd. Aan het eind van de negentiende eeuw bracht Paus Leo XIII deze groepen onder in drie orden: de Eerste Orde van Minderbroeders, de Tweede Orde van de vrouwen, die samen ging met de Zusters Clarissen (ontstaan in 1212) en tenslotte de Derde Orde (ontstaan in 1221) met lekenbroeders, mannen en vrouwen die in de samenleving leefden zonder celibaat.

In Noord-Brabant vonden we Minderbroeders Franciscanen in Megen, (klooster Sint Antonius van Padua) en Minderbroeders Conventuelen in Valkenswaard (“Vormingshuis”).

In Nederland verspreidden de franciscanen zich vanaf 1228 vanuit ’s-Hertogenbosch over heel het land met als voornaamste vestiging Utrecht, dat in 1240 gesticht werd. Van deze middeleeuwse stichtingen zou alleen Weert de Reformatie overleven, terwijl de stichting van ’s-Hertogenbosch voortgezet zou worden te Megen (1645).

In de loop van de negentiende eeuw werd vanuit deze twee kloosters en via de staties die door de franciscanen in de zeventiende en achttiende eeuw werden bediend, huizen gesticht in Amsterdam, Utrecht, Delft, Bolsward, Gouda, Heerlen, Maastricht, Nijmegen, Katwijk, Den Haag, Woerden en Alverna (Wijchen). De conventuelen hadden huizen in Wijnandsrade en Urmond en rectoraten in verscheidene steden.

Buiten Nederland werkte de orde onder andere in België, Duitsland, de Scandinavische landen, Brazilië, India en Australië.

Foto’s
Franciscus van Assisi, fresco in de kapel te Subiaco (Italië), ca. 1220. Bron: Heiligennet.
Een Udense Franciscaan: Pater Angelus (Johannes Timmers) (Uden 1864 - Ichang, China 1946). Bron: BHIC, fotonr. UDE1344.

Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website Minderbroeders Conventuelen.
Website Minderbroeders Franciscanen.
Wikipedia, lemma Franciscus van Assisi.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.