De Broeders van Huijbergen hebben veel betekend voor het katholiek onderwijs in Breda en bijvoorbeeld ook voor de opvang van armen en weeskinderen. Op hun kweekschool leidden de broeders beloftevolle nieuwe leden op voor hun congregatie. De leeringen daarvan gingen intern. Zonder zelf gebonden te zijn aan een kloosterregel, werd van die internen wel verwacht dat zij zich gedroegen overeenkomstig de drie geloften van kuisheid, soberheid en gehoorzaamheid. Daaraan herinnerden de drie knopen aan het witte koord, dat de broeders om hun zwarte toga's droegen.
De internen groeiden op in een heel afgeschermde omgeving. Zij zagen hun ouders alleen tijdens vakanties van enkele dagen. Van ’s-ochtends vroeg tot ‘s-avonds laat stond hun leven in het teken van routine en tucht. En van een gedegen godsdienstige vorming. Ze brachten heel wat vroege uurtjes, op de nuchtere maag door in de broederkapel. Daarna was het op naar de refter voor het gezamenlijke, sobere ontbijt en vervolgens naar het leslokaal. Tijd voor ontspanning was er ook. Daarvoor hoefde je het terrein niet te verlaten, want achter het scholencomplex lag de speelplaats.
De opleiding tot broeder-onderwijzer telde twee fasen. De leerlingen begonnen met drie jaar juvenaat. Als 'juvenisten' werden zij voorbereid op de eigenlijke broederopleiding. De lessen waren van een ulo-niveau. Na het juvenaat stroomden ze door naar de kweekschool. Daar stonden vakken op het program zoals geschiedenis, aardrijkskunde, muziek en tekenen. De docenten in spe konden praktijkervaring opdoen op de lagere school van de broeders.
Het juvenaat en de kweekschool waren voor de broeders de plekken bij uitstek, om veelbelovende studenten te werven. Met het kweekschooldiploma op zak, konden de jongens ervoor kiezen om als lekendocent werk te gaan zoeken, of om hun opleiding tot broeder-onderwijzer voort te zetten aan het noviciaat. De bekroning van die noviciaatsopleiding (die ook intern werd gevolgd) was het toetreden tot de broedercongregatie.
Rond 1965 werd het internaat van kweekschool Sint Franciscus opgeheven. Tegelijkertijd werd een iets algemenere internaatsvorm gestart met algemene ruimtes in een gebouw aan de Oranjeboomstraat (links van het Ingenhouszplein) en chambrettes en kamers in het hoofdgebouw. Jongens in de leeftijd van 11/12 jaar tot 20 die schoolgingen in Breda konden daar verblijven. Het ging om een groep van gemiddeld 30 à 40 jongens. Het geheel stond onder leiding van Br. Marcus. Er waren jongens die de pabo volgden op "St. Frans", of naar de mavo gingen, de leao, het gymnasium. Deze internaatsvorm heette "het Convict" en heeft van midden jaren '60 bestaan tot de opheffing in 1973.
Bronnen
- G. Huijbregts, “Honderd jaar Broeders van Huijbergen in Bergen op Zoom, 1901-2001”, in: De Waterschans: Geschiedkundig Tijdschrift, 2001 nr. 4, blz. 163-173.
- "150 jaar Broeders van Huijbergen, 1854-2014", in: Den Iechtetrekker: Jaarboek van Heemkundekring "De Wilhelmiet" Huijbergen, 2005, blz. 139-147.
- Reactie Paul van Driessche 22 juni 2021 (zie hieronder).
Reageren
Heb jij nog op kostschool gezeten in Breda? Reageer dan hieronder en vul deze pagina aan. Ook zoekt het BHIC foto's en ander oud materiaal dat een indruk geeft van het kostschoolleven.
Piet van Kaam stuurde deze foto's uit zijn kostschooltijd op Sint Franciscus:
Prospectus Waar werken de Broeders van Huijbergen?, ingezonden door Piet van Kaam (klik om te lezen):
Reactie toevoegen