Niet dat er in de huidige kerk iets terug te vinden is van het oudste kerkje van Budel, dat waarschijnlijk van hout is geweest. Het werd opgevolgd door een stenen kerkje in romaanse stijl, dat op zijn beurt in de veertiende eeuw plaats moest maken voor een gotisch bedehuis. Deze kerk hield het uit tot 1902, toen begonnen werd met de bouw van de huidige kerk. Dat Budel zijn middeleeuwse kerk kwijtraakte, lag aan het zink. In 1892 was er een zinkfabriek geopend en die bood zo veel werkgelegenheid dat het dorp uit zijn voegen groeide. De kerk werd te klein. Daarom besloot pastoor Van Bergen in 1902 dat er een nieuwe moest komen.
Toen Van Bergen in 1904 overleed, was de kerk nog maar half af. Zijn opvolger, pastoor Van Baars moest zorgen dat de nieuwe kerk gereed kwam, maar er was geen geld meer. Van Baars liet een goedkoper ontwerp maken, maar daar ging de bisschop niet mee akkoord. Er moest en zou 120.000 gulden op tafel komen voor een nieuwe kerk. Van Baars gooide het nu over een andere boeg. Hij deed een beroep op zijn parochianen. Omdat hij begreep dat het bedrag hun draagkracht ver te boven ging, maakte hij er een twintigjarenplan van.
Dat sloeg aan: al na acht jaar werd de nieuwe kerk in gebruik genomen en in 1915 kwam de bisschop naar Budel voor de plechtige inwijding. Door zijn vasthoudendheid, maar vooral door de bijdragen van de parochianen, heeft Budel nu een gaaf voorbeeld van het latere werk van de Roermondse architect Caspar Franssen.
Tot zover “de stenen”. De bezieling van een parochie moet natuurlijk komen van de pastoor en zijn kapelaans.
Wie herinnert zich bijvoorbeeld nog pastoor A.A.M. Panis, die in 1932 naar de parochie kwam en daar midden jaren vijftig nog steeds de heilige mis verzorgde? Of pastoor Van den Heuvel, die in de jaren zestig de scepter zwaaide in de parochie?
Wij zijn benieuwd naar de verhalen. Je kunt ze hieronder met ons delen.
Reactie toevoegen