In 1960 kwam er een einde aan de activiteiten van de Zusters en in 1970 ging het Sint-Jozefgebouw tegen de vlakte.
In de tweede helft van de negentiende eeuw hebben met name vrouwelijke religieuzen en hun congregaties een belangrijke rol gespeeld in het lager onderwijs en de medisch-sociale zorg in Noord-Brabant. Dat was ook in Schaijk het geval, al kostte het pastoor Van Winkel veel moeite voordat de komst van de zusters JMJ een feit was.
Bij zijn aantreden in 1885 had de zeereerwaarde voor ogen, dat er in zijn nieuwe parochie een liefdehuis zou moeten komen. Hij had al snel geconstateerd, dat het onderwijs aan de jongedochters van Schaijk niet deugde, evenmin als de zorg voor de oudere, gebrekkige mensen.
“De meisjes gingen ter schole met de jongens, en de arme zieke mensen werden uitbesteed voor een jaargeld van ƒ 60,- bij arme mensen”, zo noteerde hij. De situatie waarin menig arme zieke terecht kwam vond hij meer dan erbarmelijk. Van Winkel ondernam verschillende pogingen om hierin verbetering te brengen. Het kostte hem vele jaren wachten voordat hij van de bisschop van Den Bosch toestemming kreeg om de Zusters van het Gezelschap van Jezus, Maria en Jozef naar Schaijk te halen. Van de gemeente kreeg hij een subsidie van ƒ 10.000,- los voor de bouw van een liefdehuis.
De zusters gingen zich bezighouden met het lager onderwijs aan meisjes, het opzetten van een bewaarschool en de verpleging van arme, gebrekkige, oude mannen en vrouwen. Eind december 1890 was de bouw van het gesticht klaar. Op 31 december trokken vijf zusters erin en op 2 januari 1891 begonnen ze meteen met het onderwijs aan de meisjes. In mei werd een begin gemaakt met de bewaarschool en de bejaardenverpleging. Al snel kwamen er twee zusters bij, en binnen een paar jaar bestond de congregatie al uit elf zusters. Zij breidden hun onderwijs uit met een naaischool en knipcursus.
De zusters stonden met hun werk in aanzien bij de Schaijkse bevolking maar ook daarbuiten. Ook de omliggende dorpen profiteerden van hun aanwezigheid. De zusters huurden het Jozefgebouw van de kerk tegen een jaarlijkse huur ƒ 1.250,-, maar in 1925 kochten ze het voor ƒ 10.500,- aan. De koopsom werd in 15 jaarlijkse termijnen van ƒ 700,- betaald (dus renteloos).
Na bijna 70 jaar opvoeding en onderwijs aan de plaatselijke vrouwelijke jeugd kwam er in augustus 1960 een einde aan de aanwezigheid van de zusters JMJ in Schaijk. Klooster en school werden aan het kerkbestuur overgedragen. In 1970 werd het hele complex afgebroken om plaats te maken voor woningbouw. Wat rest van de initiatiefnemer, pastoor Van Winkel, is alleen nog een straatnaam.
Reactie toevoegen