In 1358 was er namelijk al sprake van een Boekelse kapel, toegewijd aan de H. Agatha. Die kapel stond op de plek waar nu het St.-Agathaplein is, vóór het huidige gemeentehuis. Boekel was in die verre tijden nog geen zelfstandige parochie, maar viel onder de parochie Uden.
In 1627 kreeg de kapel wel een aantal pastorale rechten, zodat de bedienaar van de kapel zich pastoor mocht noemen en in 1677 kwam de laatste stap: Joannes de Goeij werd de eerste pastoor van de zelfstandige parochie Boekel. De middeleeuwse kapel bleef in gebruik, al moest het gebouw in 1766 flink uitgebreid worden vanwege het groeiend inwonertal.
Dat speelde opnieuw rond 1830. Uitbreiding was niet meer voldoende, er moest een compleet nieuwe kerk gebouwd worden. En zo verrees op de plaats van de eeuwenoude kapel tussen 1830 en 1832 een nieuwe kerk in waterstaatsstijl. Het was een ongelukkige tijd voor kerkbouw, want door de Belgische Opstand was er ineens geen handelsverkeer meer mogelijk met het zuiden. Daardoor moest het kerkbestuur “ongehoord hooge prijzen besteeden” aan kalk, zoals de pastoor optekende.
De benodigde stenen stookten de parochianen zelf op de Kerkstraatse heide. Op 6 februari 1831 vond de laatste dienst in de oude kerk plaats en op 6 augustus 1832 zegende Deken A. van Vugt de nieuwe kerk in. In de tussentijd kerkte men in de dorpsschool.
De waterstaatskerk kreeg vier nieuwe luidklokken, gegoten bij Fritsen in Aarle-Rixtel, en gewijd aan de H.H. Agatha en Lucia, de H. Maria van de Rozenkrans, de H. Antonius Abt en de H. Lambertus.
Op 1 oktober 1915 overleed pastoor Verkuijlen en tien dagen later trad pastoor De Raad aan, tot dan kapelaan te Udenhout. Waarschijnlijk heeft hij al bij de eerste aanblik van zijn nieuwe parochiekerk besloten dat die vervangen zou moeten worden, want eind maart 1916 kreeg de Tilburgse architect Van Hoof een gratificatie voor gemaakte tekeningen en reiskosten. Tegelijkertijd kreeg architect Franssen uit Roermond de opdracht bestek te maken voor een nieuwe kerk (met pastorie). Een ontwerp uit 1918 heeft het niet gehaald en dat betekende dus opnieuw tekenen.
Het duurde nog tot 19 maart 1924 (Sint Jozefdag!) voor de eerste steen van de nieuwe kerk gelegd kon worden. Op 6 december werd het hoogste punt bereikt. De torenklok van de oude toren wees half negen toen in de ochtend van 13 mei 1925 de wijzerplaten verwijderd werden. Ook de klokken werden naar de nieuwe toren overgebracht.
Op maandag 8 juni werd de nieuwe kerk ingewijd door de Bossche bisschop Mgr. Diepen. In de maanden daarna werd de oude Sint-Agathakerk beetje bij beetje gesloopt.
Eind januari 1926 viel onder veel bekijks de ondermijnde toren. Dat gaf een klap die tot ver in de omtrek werd gehoord. Wat rest zijn de contouren die in het plaveisel voor het gemeentehuis zichtbaar zijn gemaakt.
Als sluitstuk van het bouwproject werd in oktober 1928 de nieuwe pastorie plechtig ingezegend.
Tot zover het verhaal van de kerk. Wat weet jij ons te vertellen over de pastoors en kapelaans die er vroeger te vinden waren? Over J.N. van Bakel bijvoorbeeld, die in 1953 in Boekel als pastoor werd geïnstalleerd en ook in de jaren zestig nog de H. Mis verzorgde. Hij werd bijgestaan door kapelaan Th.J.M. Klijn. Hieronder zien we pastoor Van Bakel zwaaiend met de wijwaterkwast, tijdens het inzegenen van de pas geopende Dr. Ottowschool in 1968. Vol verwondering kijken de leerlingen toe.
Reactie toevoegen