In de jaren dertig van de vorige eeuw ging een huismoeder voor de zondagsplicht naar de parochiekerk van Vorstenbosch. Zelf woonde ze op het buurtschap Dintherse Hoek in Dinther en deze kerk lag voor haar in de buurt. Ze ging in die kerk ter biecht en kreeg toen van de pastoor tijdens dit sacrament “het schuifke”.
In de biechtstoel was achter het raster waarvoor de penitent neerknielde, een schuifje dat - bij weigeren van de zegen tot vergeving van de zonden - voortijdig werd dicht geschoven.
De reden: het was niet toegestaan om in de kerk goud te dragen. Dat was allemaal maar “spiegelen” (oftewel pronken) en dit leidde alleen maar af tijdens de mis.
De biechteling gaf te kennen dat zij in Dinther woonde, en dat daar deze regel niet gold, maar de pastoor bleef bij zijn standpunt. Het was de enige dag van de week dat ze met hun sieraden konden pralen.
Reactie toevoegen