Tot 1444 maakte Dommelen deel uit van de Petrusparochie in Bergeijk, daarna was Westerhoven de moederparochie. Het dorp had toen een rector en een eigen gotische kapel, tussen 1440 en 1460 gebouwd op de Kerkakkers in het dal van de Keersop en meer dan een kilometer ten noordwesten van de huidige kerk. Los van het de kerk stond luihuis met twee klokken.
In 1565 werd Dommelen een zelfstandige parochie, gewijd aan de Heilige Martinus. De middeleeuwse kerk ging in 1648 over naar de protestanten en de katholieken konden gebruik maken van de kloosterkapel van Agnetendal. In 1798 kregen zij hun, sterk verwaarloosde, kerk weer terug, die pas in 1821 weer kon worden gebruikt. De oude kloosterkapel werd toen gesloopt.
In 1879 besloot men een nieuwe kerk te bouwen, maar wel op een andere plaats. De bisschop moest eraan te pas komen om die verplaatsing goed te keuren. Pastoor Somers voorzag rond 1880 namelijk dat het centrum van het dorp zich elders ging ontwikkelen. Daar hoorde ook de kerk thuis, vond hij. Veel parochianen waren echter van mening dat een nieuwe kerk niet vlakbij de grens met Valkenswaard gebouwd moest worden, omdat ook de school en het raadhuis nog steeds in de oude kern van Dommelen stonden. Volgens hen hoorden kerk en school dichtbij elkaar. Maar de bisschop gaf de pastoor gelijk. De nieuwe neogotische kerk werd ontworpen door H.J. van Tulder en in 1884 ingewijd.
En inmiddels heeft de school ook een nieuwe plaats gekregen, dichtbij de kerk. Een raadhuis hebben ze in Dommelen niet meer: sinds 1934 hoort het dorp bij Valkenswaard.
Reageer hieronder en deel je herinneringen aan de kerk, het leven in de parochie en de geestelijken van vroeger. Denk aan de pastoors Bolsius, Van der Eerden en Merckx, over wie vast nog verhalen te vertellen zijn.
Reactie toevoegen