Maar een paar straten verder werd daar heel anders over gedacht. "Mijn moeder vond dat meisjes ook moesten doorleren en voor zichzelf moesten kunnen zorgen", aldus Marijke Krijbolder.
Of luister naar het verhaal van de zussen Chris Somers-Coppens en Corry Witlox-Coppens. Als oudste moest Corry thuisblijven om te helpen. "Ik heb meer luiers verschoond van mijn jongste zusje dan ons moeder", vertelt Corry. Maar het jongere zusje Chris kon thuis wel in het huishouden worden gemist en mocht verder leren. "Niet eerlijk nee, maar daar stond je niet zo bij stil. Pas later heb ik wel eens gedacht dat ik ook wel verder had willen leren", blikt Corry terug.
Doorleren, dat betekende in Cromvoirt dat je ook naar kostschool moest. De afstand van huis naar school was te groot – en te gevaarlijk. "De meisjes van de huishoudschool fietsten in een groep, maar wij waren alleen. En je mocht niet in je eentje langs kamp Vught, want daar stonden mannen in de bosjes die je van je fiets af trokken. Er waren geen fietspaden of lantaarnpalen en het was te gevaarlijk.
Dus werd het kostschool", vertelt Marijke Krijbolder. Van de acht kinderen bij haar thuis gingen er vijf naar kostschool. Marijke was 11 jaar toen ze daar naar toe ging. "Het was niet altijd leuk, maar datzelfde geldt voor de lagere school. Ik heb er in ieder geval geen trauma aan over gehouden. We liepen in uniform. Handschoenen aan en hoedje op. Dat soort dingen herinner ik me."
Chris Somers ging naar kostschool in de Choorstraat. "We zaten vlakbij het Casino in Den Bosch en dan moesten wij bidden voor de slechte dingen die daar gebeurden." Naar huis gaan gebeurde alleen met kerst, pasen en in de zomer. Marijke Krijbolder mocht één keer in het trimester. Anderen mochten ook met carnaval naar huis. Niet om te feesten, maar voor het veertig-uren-gebed. Dus om te bidden. En vervolgens weer terug naar kostschool, wachtend op de volgende vakantie.
Een gemiddelde dag op kostschool zag er zo uit:
- Om 6 uur opstaan, op je knieën bidden voor het bed
- Om 6.20 uur in de kapel, luisteren naar de preek van de rector
- Om 7 uur was de mis uit en moest je terug naar je slaapkamer om op te ruimen. Aansluitend naar eetkamer, weer een gebed en dan mocht je eten. Dan ging het belletje en mocht je voor het eerst praten. Na het eten ging het belletje weer en moest je mond weer dicht. Op naar de studiezaal en vervolgens…
- Om 9 uur naar school
- Tussen de middag naar de refter
- Om 16 uur pauze met (afhankelijk van de kostschool) twee droge boterhammen of een glas melk
- Om 18 uur eten
- Om 18.30 uur het Lof (niet bij iedere kostschool zo)
- Daarna naar de kapel en vervolgens tijd voor recreatie
- Tot 20.50 uur want dan moest je weer naar bed
- Avondgebed en slapen
- Op zondagmorgen was er les in politesse of etiquette: beleefdheidsles. Over manieren aan tafel, kledingvoorschriften, aanspreektitels en tijd om een brief naar huis te schrijven
Ging jij ook naar kostschool? Wat heeft op jou het meest indruk gemaakt? Denk je er nog vaak aan terug? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Laat het ons weten.
Reactie toevoegen