Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Internaten

Jak Boumans ging in 1956 op elfjarige leeftijd in de leer bij de Fathers of Mill Hill in Tilburg. Deze missionaire congregatie uit het Verenigd Koninkrijk had verschillende scholen en internaten in Nederland. Boumans wilde priester worden en was met dat doel, door een Father of Mill Hill uit zijn parochie in Arnhem, doorverwezen naar het seminarie van het Sint Joseph-Studiehuis in Tilburg, beter bekend als "De Rooi Pannen".


Sint Joseph-Studiehuis in Tilburg, internaat van de Missionarissen van Mill Hill

Boumans is naar eigen zeggen van de generatie "kromstaf". “Ik weet niet of je dat iets zegt, maar honderd jaar kromstaf was de viering van de acceptatie van de bisschoppelijke hiërarchie in de Nederlandse samenleving”, legt hij uit. Deze viering vond plaats in 1953 en was volgens hem het begin van het einde van het rijke roomse leven. Ook vertelt hij hoe die jaren een hoogtepunt vormden voor de priesteropleidingen. "Dat was echt zo, dat er toen jaarlijks tientallen priesters werden gewijd binnen de congregatie”.

Maar eind jaren vijftig begon het aantal priesterstudenten te dalen en deze daling werd in de jaren zestig, volgens Boumans, nog eens versterkt door het Tweede Vaticaans Concilie. Dit concilie vond plaats tussen 1962 en 1965 en was een soort Vaticaanse vergadering waarin modernisering van de kerk werd besproken. “Daar hoopte iedereen van dat het allemaal meer relaxed zou worden. Eigenlijk is daar alleen van overgebleven dat de mis voortaan in het Nederlands gehouden werd”, vertelt Boumans. Volgens hem zijn de tegenvallende resultaten van het concilie een van de belangrijkste redenen voor de leegloop van de kerk in de jaren zestig.


Nieuwbouw Mill Hill College, 1960, op de achtergrond Ringbaan West

Binnen de katholieke kerk was er dus steun voor modernisering aan de ene kant, maar weerstand aan de andere. Het studiehuis in Tilburg maakte rond deze tijd ook veel veranderingen door. In de periode dat Boumans op het internaat zat, werd de school omgetoverd tot een gymnasium. “Dat was zeg maar een beetje vreemd, want van te voren werd iedereen aangenomen”, vertelt Boumans. “Toen merkten we ineens dat er een hele grote verandering ging komen namelijk de overgang naar het gymnasiumniveau. We kregen een staf met priesterleraren die op de universiteit hadden gezeten."

De leerlingen van de Fathers of Mill Hill kregen vrijwel niets uitgelegd over de veranderingen. Toch kwamen de veranderingen niet uit de lucht vallen. “Je werd erop voorbereid omdat er bijvoorbeeld een nieuwe school gebouwd werd. Je merkte ook dat de universitaire leraren binnenkwamen. Je merkte het ook aan het feit dat de lekenleraren bijkwamen. Maar ik kan me niet herinneren dat we ooit een keer samengeroepen zijn om een blik op de toekomst te krijgen”, zo vertelt hij.

Logischerwijs had de omschakeling naar gymnasium invloed op de moeilijkheidsgraad van het onderwijs. “Je kreeg bijna een soort onderscheid tussen de jongens die staatsexamens gingen doen en de jongens die dat niet haalden”, herinnert Boumans zich. Vrijwel alle leraren die les hadden gegeven op het internaat vóór de omschakeling, Verlieten het studiehuis. Ze kregen een benoeming voor een missieplaats of gingen naar het rusthuis van de congregatie in Oosterbeek.


1960, inzegening nieuwbouw

Inzegening nieuwbouw, 1960. V.l.n.r. pater Kock, onbekend, Mgr. Bekkers, pater Aelen, pater van Thiel

In 1964 voltooide Boumans het kleinseminarie en volgde hierna een filosofieopleiding in het inmiddels afgebroken missiehuis in Roosendaal. Hierna vertrok hij naar New Orleans waar hij zijn diakenwijding zou ontvangen. Toch is hij de ontwikkelingen van zijn oude internaat blijven volgen. “Vanaf die tijd is er veel gaan veranderen in het Mill Hill College Er kwamen minder studenten binnen”, vertelt hij, “Er was net een nieuwe school gebouwd. Daar kwamen ook leerlingen van buitenaf. Niet alleen jongens, maar ook meisjes”. Ook werd de kern van priesterleraren uitgebreid met lekenleraren.

Al eerder, in 1960, was de naam van het studiehuis veranderd in Mill Hill College. Dat gebeurde ten tijde van de opening van het nieuwe schoolgebouw en de omvorming naar een gymnasium. Toch bleef het onderwijs volgens Boumans totaal katholiek tot aan 1973. In dat jaar verhuisde het Mill Hill College naar de Venneweg in Goirle, waar het tot aan de dag van vandaag bestaat als een middelbare school. Het oude pand van het Sint Joseph-Studiehuis en het omringende terrein zou ook een toekomst krijgen als onderwijsinstelling. Deze bestaat nog altijd onder de naam De Rooi Pannen en biedt een breed scala aan MBO opleidingen aan.

Het katholieke onderwijs maakte dus langzaam plaats voor de seculiere instellingen die tot de dag van vandaag bestaan. Boumans vond het erg moeilijk, maar maakte in 1969 de keuze om als gewijde diaken het bisdom New Orleans te verlaten en keerde terug naar Nederland om een carrière in de uitgeverij te beginnen.

16

Reacties (16)

Daan Eras zei op 20 juli 2020 om 13:19 uur

Ik zat op ‘het Mill Hill’ vanaf de brugklas in 1968 tot 1972, eerst semi- en daarna intern. Father Cees Eestermans was toen rector van het gymnasium. Hij was fanatiek windsurfer. Er werd toen al les gegeven door zowel (Mill Hill)paters als door burger-leraren. Father Kock was naast aardrijkskundeleraar ook fanatiek tennisser. Sommige definities die we van hem moesten leren, zitten nog steeds in m’n hoofd. Ik herinner me bv father Piet van Wetten, die een groot filmkenner was en Oude talen doceerde. Father Van Thiel (‘Flipke’) gaf dat ook, en ook godsdienstles. ‘Père’ Douma? was docent Frans. Maar Duits (Boems) Engels, muziek (Opa) biologie en wiskunde (Buikje) kregen we van ‘burgerdocenten’. Van het internaat herinner ik me nog de fathers Jac Hetsen, die de leiding had over de onderbouw, en Loek Appels die de bovenbouw in de hand probeerde te houden.
Van Jac las ik nog, dat hij In Brazilië de voetballer Romario heeft getrouwd en een interview op http://www.rkamsterdamwest.nl/wp-content/uploads/2011/03/interviewjache…
Na vier jaar moest ik wegens desinteresse in dode talen deze school verlaten. Een jaar later werd de vestiging in agoirle geopend.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 20 juli 2020 om 15:22 uur

Dank voor je reactie Daan. Je hebt nog heel wat docenten paraat. Die drie namen van de burgerdocenten zijn de bijnamen neem ik aan - je weet het nooit : ) Dank ook voor de link naar het interview.
Hoe heb je jouw vier jaren op dit internaat eigenlijk ervaren? Waren er nog vakken of buitenschoolse activiteiten die er voor jou uitsprongen? En was er behalve de komst van lekenleraren nog meer merkbaar van de veranderende tijden / cultuur op het internaat?

Paul Kuipers zei op 25 september 2020 om 23:15 uur

Grappig, ik zat in dezelfde periode op Mill Hill Tilburg. In 2019 samen met toenmalige studiegenoot nog gelogeerd in (tegenwoordige) hotel. Veel herinneringen levend gemaakt.

Rini de Groot zei op 17 oktober 2022 om 14:34 uur

Gedenkbord 100 jaar herstel bisschoppelijke Hiërarchie. Foto: R.L. de Groot)Mijn jongere broer verzamelde wat met het Rijke Roomse beelden,
w.o. Heilige beelden en (wand)borden, verband hield.
Hierbij een afbeelding op een wandbord (14,6 cm) n.a.v. 100 Jaar
Kromstaf in 1953.
Als kind wist ik ook niet wat het gebeuren eigenlijk voorstelde.
M'n oudere broer is als Broeder Missionaris enkele jaren op de oude locatie
van de 'Rooi Pannen' werkzaam geweest.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 20 oktober 2022 om 16:18 uur

Bedankt Rini voor deze foto. Inderdaad een mooi beeld van het Rijke Roomse Leven van toen, de grootschalige landelijke herdenking van het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Belangrijk moment in de geschiedenis van de katholieke emancipatie.

Pieter Ossenblok zei op 3 juli 2023 om 17:08 uur

Interessante en grotendeels herkenbare reacties! Van 1963 tot en met mijn eindexamen in 1970 was ik (intern) leerling en bewoner van dit internaat. M.a.w. ik heb het hele secularisatieproces intensief beleefd. Dat proces, inclusief het effect van de roerige jaren 60, gaan juist in een internaat sneller dan menigeen misschien denkt. In dat verband is van belang op te merken dat het Mill-Hill-internaat geen klooster was en de Fathers dus ook geen paters! Ik ben mijn ervaringen overigens nog op papier aan het zetten.
P.S. Ter correctie: "Douma?" = Bouma.

Daan Eras zei op 9 juli 2023 om 10:24 uur

Ja, (@Thijs…) met de paraatheid van een aantal namen gaat het wel… Hoewel er ook een boel ontschoten is.
De intrede van de (best prima ogende) tekenlerares Luijben was een revolutie in die -toen- uitsluitend mannenwereld! Van ‘Buikje’ herinner ik me de achternaam Van den Heuvel (Piet?). En natuurkunde was iets met ‘Obbink’ of i.e.g een Twents aandiende naam? Ik weet nog dat hij in Alphen een aardbei-kwekerij had gekocht, waar de leerlingen uit de buurt gevraagd werden om een centje bij te komen verdienen.
Ik ben eigenlijk nog op zoek naar de combinatie van de achternamen en bijnamen die diverse leraren en paters in Tilburg hadden, voor een bijdrage aan het Tilburgs Bijnamenboek - hoofdstuk Leerkrachten.
(Zie http://www.cubra.nl/bijnamen_Tilburg/3_personen_bijnamen_in_onderwijs.h… )

Wie kan me helpen?
Juffrouw Luijben - docent tekenen-
Juffrouw. Jans(s?)en - docent Engels - (reed een VW kever)
Father van Thiel - godsdienst - Flipje (naar het reclame-poppetje, dat bij zijn achternaam hoorde)
(Piet?) van de Heuvel - docent wiskunde - buikje, ivm zijn lichaamsomvang
Father Bouma - docent Frans - ‘Père’ naar de Franse vertaling van ‘father’
Dhr. Bouman( ?)s - docent Duits - Boems in verband met zijn geregelde woede-uitbarstingen en had ook iets met een afkorting / ezelsbruggetje te maken
Father Eeltink - de kindervriend - docent oude talen?
Father Piet van Wetten - de regisseur - docent oude talen- filmkenner, die 3 x per jaar een film huurde voor de leerlingen.
??? - muziekleraar - ‘Opa’ , vanwege zijn zeer hoge leeftijd. (Deze bijnaam werd ook gebruikt voor onze oudste klasgenoot, die (al) twee jaar ouder was, dan de meesten.)

Thijs de LeeuwBHIC zei op 11 juli 2023 om 14:24 uur

Goed om weer van je te horen Daan. Dank ook voor deze bijdrage en de link naar het Tilburgs Bijnamenboek - ik vind dat echt een prachtig initiatief (zouden meer plaatsen moeten hebben). Hopelijk gaan de reactie van andere oud-leerlingen hier helpen, om de leemtes in te vullen.

J.J.M. Moonen zei op 27 september 2023 om 12:11 uur

Ik ben Jan Moonen en zat van 1956 (voorbereidende klas) tot juni 1964 op de Rooie Pannen. Jak Boumans was een klasgenoot. In de vierde klas besefte ik, dat ik geen priester of missionaris wilde worden, maar ook dat ik de rust en de regelmaat daar nodig had om het onderwijs met succes af te ronden. Ik had daar goede docenten. Ik heb dus afgesproken dat ik op de Rooie Pannen zou blijven en daar mijn gymnasium Beta te halen. Dat is gelukt, waarna ik in Utrecht Biologie ben gaan studeren. Daar vond ik het heel verfrissend om te ervaren dat er ook meisjes op de aarde waren.
Als aanvulling op wat jullie schreven kan ik nog wat namen noemen. Natuurkunde en wiskunde kreeg ik van mijnheer Obdijn (niet Obbink). Hij heeft mijn vader, natuurkunde leraar op de ambachtsschool, nog geholpen met een boekje voor Practicum Natuurkunde. Nederlands werd gegeven door father Kamps. In het begin had hij veel moeite om de klas mee te krijgen, tot hij een keer de beurt had om met ons op dinsdagmiddag te wandelen. Omdat hij de weg niet wist, hebben we hem toen verkeerd laten lopen, zodat we enkele uren te laat thuis waren. Vanaf toen liepen zijn lessen gesmeerd en ik heb er goede herinneringen aan. Hij was zo blij dat hij in 1964 een benoeming voor Afrika kreeg. Het heeft niet zo mogen zijn. Hij is in zijn geboorteplaats al brevierend door een auto van de dijk gereden en overleden.
Father Bouma gaf frans en op de voorbereidende klas ook tekenen. Niet zijn stiel, maar het inzicht in perspectief heb ik van die lessen. Nog steeds nuttig o.a. bij het fotograferen. De leiding van het instituut was in handen van father Jacobs (rechtsonder op de foto van de inzegening van de bouw (met z'n typisch magere gezicht). Ik herken nog meer gezichten van die foto, maar de namen weet ik niet meer, behalve de jongen links met sjaal net boven de schuinen lat: .. Braakman.
Father Piet Grimbergen gaf klassieken en was als ik het me goed herinner de eerste directeur van het latere Mill Hill College. Hij verzamelde Romeinse munten, een hobby die ik van hem overgehouden heb. Hij is als missionaris naar Rawalpindi gegaan, waar hij het niet gemakkelijk heeft gehad. Father Cees Eestermans gaf ook klassieken en met hem, blauwe band, hebben we een klein klasje voor Judo gehad. Mijn broer Janus zat daar ook bij en heeft later in Eastbourne, New Zealand een eigen judoschool gehad, waar hij nog steeds iedere week te vinden is, hoewel hij fysiek niet meer aan judo doet. Father Eestermans is later bij het surfen op de Middellandse Zee in een aflandige sterke wind terecht gekomen, kon de kust niet meer bereiken en is uiteindelijk verdronken. Duits kregen we van een MSC-pater. Die lessen waren een ramp. Behalve toen hij uit een net uitgekomen boek van Heinrich Böll (spel ik het goed?) voorlas. Dat kon hij fantastisch goed en we hebben ademloos geluisterd. Alles bij elkaar een goede ervaring voor mijn eigen leraarschap.
De scheikundelessen in de 3e klas waren zeer onder de maat. In de 4e en 5e klas (gym.A) had ik geen scheikunde. Ik bleef zitten en kwam toen in de eerste gym.B klas van de school. Dat ging beter hoewel ik de achterstand in de anorganische scheikunde nooit heb kunnen wegwerken.
De laatste jaren heb ik latijn en grieks gehad van father Gilles Doene. Wat er van hem geworden is, weet ik niet.
Biologie kreeg ik van father Holtslag. Hem kwam ik in Utrecht nog wel eens tegen. Hij was van Mill Hill vertrokken en is uiteindelijk getrouwd, zoals meer priesters in die tijd.
Alles bij elkaar heb ik er een goede tijd gehad en een goede opleiding om mijn studie Biologie te kunnen doen. In Utrecht heb ik mijn vrouw leren kennen. Met haar heb ik de 50 jaar huwelijk net niet vol kunnen maken. Ze is 2 jaar geleden overleden.
Ik heb wel diep in mijn geheugen moeten terugkeren. Groet, allemaal.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 5 oktober 2023 om 13:19 uur

Nou, dat heeft toch een prachtige bijdrage opgeleverd, J.J.M. Moonen! Veel dank voor het delen van al deze herinneringen, die nog heel levendig zijn zo te lezen. U weet het ook nog allemaal tot in detail te vertellen. hartelijke groet,

Jak Boumans zei op 27 januari 2024 om 16:49 uur

Een levensteken van Jan Moonen. Ik zou graag weer met je in contact willen komen.

Anoniem zei op 27 januari 2024 om 21:38 uur

Beste Jak,
Ik zet hieronder mijn e-mail adres. dan kun je makkelijk contact opnemen.
Jan Moonen

Jak Boumans zei op 27 januari 2024 om 23:00 uur

Beste Jan, je e-mail komt niet door of wordt niet doorgegeven. Je kunt mij bereiken via LinkedIn als Jak Boumans Almere.

Gerard Grimbergen zei op 12 maart 2024 om 15:39 uur

In mijn ouderlijk huis kwamen brieven aan van father Piet Grimbergen (:"Oom Piet") uit Pakistan en daaruit viel op te maken dat Piet het er inderdaad niet makkelijk had, herinner ik me. In het bidprentje bij zijn overlijden staat dat hij van 1957 tot 1966 "leraar en rector te Tilburg" was, van 1966 tot 1970 "Regionaal van Mill Hill in Nederland" en van 1970 tot 2002 missionaris in Pakistan. Hij had "Classics" gestudeerd in Cambridge en is vanwege al zijn andere werkzaamheden voor Mill Hill pas naar de missie gegaan toen hij de vijftig al gepasseerd was. Een paar maanden na terugkomst is hij, na een kort ziekbed in Oosterbeek op 3/9/2002 overleden en daar begraven bij het Jozefhuis. Hij is 81 jaar geworden. Pater Henny Slot MHM is voorgegaan in de mis bij het overlijden van mijn beide ouders en hij had nog les in Latijn en Grieks gehad van Piet, vertelde hij..

Jak Boumans zei op 12 maart 2024 om 16:29 uur

Beste Gerard, hartelijk dank voor het bericht over Piet Grimbergen. Ik heb father Grimbergen als student gekend van 1975 tot 1964 op het Mill Hill College in Tilburg. Ik heb hem vnl. gekend als rector. Grieks en latijn kreeg ik van fathers Eesterans, Doene en Stumpel. Hij was de drijvende kracht achter de onderwijsvernieuwing van Mill Hill in Nederland (en die was hard nodig). Father Henny Slot zat een jaar of twee boven mij in Tilburg. Is Geert Rolfs familie van je?

Gerard Grimbergen zei op 12 maart 2024 om 17:14 uur

Dag Jak, pater Henny Slot MHM leeft nog, dacht ik. Henny vertelde dat hij weliswaar teksten kon vertalen, maar dat Piet ook de dichterlijke diepgang kon vertalen. Geert Rolfs ken ik helaas niet. Bij "drijvende kracht" kan ik me wel iets voorstellen, maar in 2002 was voor Piet de koek wel op, vrees ik...

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.