Huijbergen
'Ik ben een nakomer en had twee zussen van 14,5 en 15,5 jaar ouder, dus ik had drie moeders', vertelt Ad. 'Dan begrijp je wel dat mijn vader zei: "Daar komt niks van terecht als het zo door gaat".' Zodoende zou hij op de kostschool in Huijbergen terechtkomen. 'Het was een redelijk streng gebeuren, maar ik heb daar geen slechte tijd gehad. Het is natuurlijk ook een kwestie van "hoe pas je je aan”.'
Op de school bij het internaat zou Ad eerst de laatste drie jaar van de lagere school volgen, gevolgd door een driejarige mulo opleiding. De drie laatste jaren van de lagere school waren in wezen niet veel anders dan zijn eerste drie jaar in Breda. 'Ja goed, je zat natuurlijk binnen en altijd bij elkaar. Dat was natuurlijk anders dan wanneer je thuis was.' Alle docenten op de school in Huijbergen waren broeders en gaven best goed les. 'De broeders die voor de klas stonden zullen er wel voor geleerd hebben', zegt Ad.
'Het was ’s morgens om 06.30 opstaan en dan naar de kerk. Na de kerk moet het bed opgedekt worden en gingen we naar het ontbijt. Dan nog even buiten de speelplaats op en dan was het naar de klas', vertelt Ad over het dagritme in Huijbergen. 'En ’s avonds na het eten was het nog een uurtje studeren. Daarna was het nog even recreëren en naar bed. Op zondag was het altijd verplicht een uur naar de klas en dan een brief schrijven naar huis elke week - open inleveren. Als er iets in stond wat ze niet beviel, kreeg je hem terug en kon je opnieuw beginnen.'
Ossendrecht
Na het afronden van de mulo besloot Ad om de timmeropleiding te gaan volgen aan de lts in Ossendrecht. Daar hadden de Broeders van Huijbergen ook een internaat, O.L. Vrouw ter Duinen, waar hij naartoe kon. Na de mulo zou hij ook naar de mts hebben gekund, maar hij besloot dit niet te doen. 'Omdat ik van het begin af aan, vanuit de basis, door wilde', zegt hij.
'In Ossendrecht waren we een stuk vrijer. Het was allemaal een stuk kleinschaliger', vertelt Ad. Bovendien mocht hij elke twee weken naar huis, waar dit in Huijbergen enkel met de vakanties mocht. Op zondag was het ook nog eens ‘vrij wandelen’. 'Dan mochten we naar het dorp toe als we maar om 11.30/12.00 terug waren, want dan moesten we natuurlijk naar het lof. Dat was natuurlijk wel prettig, want dan had je eventjes geen toezicht.'
Een ander groot verschil met Huijbergen was dat je als leerling op de lts veel contact had met mensen van buiten het internaat. Zo waren op de lts ook veel externe leerlingen. 'De schoenen die gerepareerd moesten worden, moesten naar Hoogerheide gebracht worden. Dat deden wij dan. Dan heb je buiten de contacten op de school, die natuurlijk ook met jongens van buitenaf plaatsvonden, ook andere contacten dan alleen met je medeleerlingen.'
In Ossenrecht had Ad dus een erg leuke tijd. Hij vindt het daarom ook erg vervelend om te lezen dat mensen die daar later hebben gezeten, juist negatieve herinneringen hebben. 'Zo heb ik het absoluut niet ervaren', zegt hij. De meeste negatieve ervaringen zouden kunnen gaan over een afdeling die enkele jaren na zijn vertrek werd gebouwd van jeugdinrichting Den Engh. Hier kwamen jeugddelinquenten te zitten.
Het gebouw waar de jeugddelinquenten zaten, was dan wel gelegen op hetzelfde terrein, maar had niets met het internaat en de broeders te maken. 'Die jeugddelinquenten zijn daarin gekomen en kregen alleen een blauwe overal aan en de rest moesten ze allemaal verdienen. Tot en met het bed en dekens toe. Dat met die delinquenten staat eigenlijk helemaal los van het internaat zelf. Ik zou het niet met honderd procent zekerheid durven zeggen, als het niet zo was dat de directeur van de lts mijn schoonvader is. Dat stond wel los van het internaat en de lts, maar wat daar gebeurde wist hij ook natuurlijk.'
Ad heeft nog altijd contact met een groepje vrienden van zijn kostschooltijd. 'Ik heb nog wel contact met een vriend die in Nieuw-Zeeland zit. Een paar jaar geleden was het 75-jarig bestaan van het internaat waar hij helaas niet bij kon zijn.' Op initiatief van zijn vriend uit Nieuw-Zeeland hebben ze een kleine reünie georganiseerd met anderen jongens van het internaat waar ze vroeger veel contact mee hadden. 'Dat heeft uitgemond in wat meer contact met jongens die er toen ook gezeten hebben.'
Reactie toevoegen