Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Op kostschool in Baarle-Nassau

Van 1965 tot 1969 heb ik in Baarle-Nassau op kostschool gezeten. Ik ben naar dit internaat doorverwezen vanuit het Seminarie IJpelaar. Wanneer ik tóch priester wilde worden, kon ik altijd nog terugkomen zeiden ze.


Slaapzaal van het internaat in Baarle-Nassau

Eerste jaar

Over mijn kostschooltijd in Baarle-Nassau ben ik positief. Ik heb geleerd om, als het moet, helemaal zelfstandig te zijn. Ik kan voor mezelf opkomen. Dat moest wel daar.

Mijn eerste herinnering aan het internaat is altijd dat ik zo’n ontzettende heimwee (vaart) had naar ons moeder. De langste periode dat ik daar was, was 7 weken achter elkaar. Het eerste wat ons moeder zei op zo’n bezoekzondag: ‘Zo wat bende gij gegroeid’. We mochten ’s avonds wel eens naar huis bellen. Ik hoorde ons moeder en dan was het weer brullen. Of wanneer ik post kreeg van thuis: ik ben de jongste van acht kinderen en iedereen schreef in die brieven een stukje. Wat denk je? Brullen!

En ook 's nachts, wanneer ik niet kon slapen, was het huilen in de wc ruimte. Negen uur ’s avonds gingen wij verzamelen en naar de slaapzaal, waar ik rechts vooraan lag, met bijbehorende kast. Ik hoor nog de krakende schoenen van de broeder die rondliep wanneer we stil moesten zijn. Stap… krrrr… stap… krrr. Ik wist precies waar hij was in de zaal.

Wat ik me ook nog herinner is het ziekenkamertje, een verdieping lager. Ik was grieperig en daarom moest ik daar een paar dagen naartoe. Broeder Ferdinand heeft mij toen verzorgd. En reken maar dat ik, ondanks de goede zorgen, als elf- of twaalfjarig manneke om ons moeder gebruld heb hoor. Overdag had ik, in de hoek van het kamertje, het trapje gevonden naar de slaapzaal. Gelukkig maar want schoon ondergoed was hard nodig.


Op het internaat zaten een ventje en zijn broer in een band. Die kwamen spelen in de aula. Wij dansen en hossen. Deze band kwam nog enkele jaren terug. Op de foto sta ik vooraan met het slingertje om mijn hoofd. Achterin staat Broeder Felix.

In de eetzaal zaten we aan tafels met zijn zessen. Ik leerde daar hoe een appel gemakkelijk te schillen. Ik weet nog dat ik daar bij Joop van Zijl, Antoon Schilperoord (of zoiets) en Ignatius Zaad zat. Zij vingen mij aardig op met mijn heimwee. Vrolijke mannen, ik ben ze nog dankbaar. Zij waren al derde- en vierdejaars en wisten van het klappen van de zweep.

Boven de kapel was de studiezaal. In mijn eerste jaar zaten we allemaal bij elkaar. Ik vooraan rechts, tweede rij. Ik was nogal een “vliegenvanger” en heb er nog een mooie tekening aan overgehouden. Een grote palm stond daar in de zaal, voorin, voor mijn neus. Die heb ik blad voor blad nagetekend. Ik had tijd genoeg. Broeder Antoon kon met zijn vingers op zijn hand een hard geluid maken en gelukkig, dan was het tijd om te stoppen. Studiezaal was niet mijn favoriete ruimte. In andere jaren heb ik glas in lood nagetekend en zelfs mijn vrij dikke voorbuurman. Later zat ik naast de broeder, ze hadden het in de gaten denk ik.

De broeders liepen het eerste jaar dat ik op kostschool zat nog in toog en met een witte bef. Vooral op zondag. Broeder Leonardus (leraar Frans en directeur ULO) daar was ik echt bang van. Wat een nurk vond ik die meneer. Zogenaamd dansen op “je suis, tu est, il est, nous somme….etc” O wee als je zijn dansje niet kon afmaken. En Nederlands kregen we al die jaren van broeder Arnold Bakx, die nog in zijn twintiger jaren was. Voor mij een geweldige vent. Hij las voor uit Beekman en Beekman aan het einde van de les. Ik zie hem nog zelf het hardste lachen, met zijn toen vrij dikke buik, om de grappen in het boek. Haha. Duits kregen we van Meneer Verheyen (bijnaam Flipper).

Op de eerste verdieping zat een hele oude broeder. Die overleed en is op het kerkhofje achter het voetbalveld begraven. Wij allemaal in zondagse kleren in de stoet. Een belevenis hoor.

Broeder Felix was directeur van het internaat. We kregen een gesprek om over je toekomstverwachtingen te praten. Ik dacht altijd priester te worden, ik heette naar mijn Heeroom en onze Jan zou boer worden, want die heette naar mijn opa. (Wij hadden een boerderij in Etten-Leur.) Nou die gedachte was het tweede jaar wel over. En het derde jaar helemaal, want toen kwamen er meisjes in de klas!

Broeder Petrus had boven, vlak voor de studiezaal, een atelier. Hij schilderde, was volgens mij ook koster en hij hielp broeder Ferdinand in de bakkerij. Aan de andere kant van dat ateliertje zat broeder Leonardus met een kantoor/kamer. En tegenover het internaat woonde rector van Haast (of zoiets van een naam), in een mooi kasteeltje, wat nogal een huis van plezier bleek. Nou, daar zijn genoeg grappen over verteld hoor.

Wat ik me ook nog uit het eerste jaar herinner, is dat we bij de paters gingen zwemmen. We deden dat in een natuurzwembad bij een klooster, net voorbij het Landgoed Schaluinen. Daar fietsten we heen op de vrije middag. Ik weet nog dat we een keer moesten wachten. De nonnen waren aan het zwemmen en moesten zich eerst omkleden. De duikplank mocht van lieverlee niet meer gebruikt worden (té ondiep) en even later was alles dicht. Ratten!

In Baarle Nassau kwam gelukkig een nieuw zwembad, Boshoven, waarop ik dan steeds een abonnement kreeg. Nou dat heb ik er wel uitgehaald!


Klassenfoto internen Baarle-Nassau

Voor de groepsfoto hierboven moesten we onze zondagse kleren aan. Helemaal rechts staat broeder Antoon en de derde op die rij is broeder Cornelis. Bovenin staat broeder Aloysius van Boxtel, links broeder Felix en daarnaast broeder Aloysius (van het winkeltje met snoep en koek). Ik zit middenvoor, zesde van links en naast mij zit mijn toenmalige maatje Jan van Kollenburg, die vlak na kostschool is overleden. Andere leerlingen op deze foto die ik nog herken zijn Fons Boom, Jos van Etten, Guus Welten, Joost Evers, Peter de Laat, Joop van Zijl, Antoon Schilperoord, Ignatius Zaad, Jan Hermans, Koos de Swart, Cor Jongeneelen, Peter Galle, Cor Uppelschoten, Marcel vd Abeelen, Martin Vrijsen, Coen...?, Jos Wouters, Wim van Zandvoort, Johan v.d. Zande, Hans van Geffen, Pieter Timmers, Jack Kleine, Kees Dekkers en Mario Coppens. Van de andere leerlingen herken ik nog wel de gezichten.

Tweede jaar

Het tweede jaar ging ik naar de tweede zaal. De groteren. Ik kreeg een eigen slaapkamertje aan het eind van een lange gang helemaal boven in het gebouw. Na een lange vakantie thuis stond ik daar met ons moeder het bed op te dekken. Tranen natuurlijk. Ik was nog steeds niet eraan gewend hoor. Ons moeder zei: ‘Schei nou eens uit met simmen, dan moet ik ook allemaal simmen’. Samen brullen natuurlijk. Afijn, ook het tweede jaar verliep goed in de klas. Wij zaten aan het eind van de schoolgang in het grote lokaal.

In de zaal beneden hadden we een la voor ons zelf. Daarin bewaarde je kleine pruldingen en wat snoep etc. In deze zaal van de groteren was broeder Aloysius van Boxtel de leider, samen met broeder Paulus. De laatstgenoemde was niet zoveel aanwezig, Broeder Aloysius wel. Kon ik het goed mee vinden. Ik denk dat hij gymleraar wilde worden, of al was. Op zondag wanneer ik niet naar huis ging, gingen we in de gymzaal sporten. Hij leerde ons duikelen aan het rek. Daar deden we apenkooien met die grote klimpalen erbij. Ik zat zo bovenin. Zulke klimpalen heb ik nergens meer gezien.


Voetbalwedstrijd tegen de broeders

Op de foto hierboven zien we een voetbalwedstrijd tegen de broeders. Die bult links achterin is de schuilkelder (later een appelbewaarplaats) en linksachter zien we het kerkhofje. In de goal staat Broeder Rafaël. Wij kregen geen les van hem op onze school, maar hij gaf muziekles en deed iets in de parochiekerk in Baarle-Nassau.

Ik weet nog dat naast het voetbalveld een mooie boomgaard lag en, daarvoor, een reststant van een boerderij. Onze fietsen stonden daar in de schuur. Daarbij was ook een grote volière. Ik zag daar vaak broeder Dominicus, een kleine maar vinnige man, met zijn overal aan en alpinopetje. Broeder Gerardus was een hele rustige man met een overal en een leren jasje. Wanneer hij het gras maaide kregen we een soort soep met iets groens erin, wat op dat gras leek. We zeiden altijd dat dat het gras was haha.

Wat konden sommige medeleerlingen trouwens ontzettend klagen over het eten zeg. Ik at thuis altijd gewoon alles, dus daar ook. Geen problemen mee gehad. Ik kon goed eten en regelmatig mochten we in de gang proberen iets extra’s te krijgen wanneer iets op was. Dan klopten we op het luikje en dan vulde Jan of de Broeder het schaaltje weer. Dikwijls ook was het: ‘Nee, alles is op!’


Klassenfoto tweede jaar

In het tweede jaar hoefden we voor de groepsfoto (hierboven te zien) voor de verandering niet eerst onze nette kleren aan te trekken. Helemaal rechts staat broeder Felix en de derde van links is broeder Antoon. Ik zit op de tweede rij (met lok haar voor mijn hoofd) en naast mij zit mijn maatje Jan van Kollenburg.

Wij hadden vrij op dinsdag- donderdag- en zaterdagmiddag. Dan gingen we ook altijd sporten. Tussen de middag een sport gekozen, dan studie tot 14:30 uur. Dan sporten, vond ik erg leuk. Ik was geen voetballer, dus alle andere sporten vond ik prima. Handbal, tennis, volley, ik meen ook hockey, et cetera…

In de winter werd het schoolplein onder water gezet en konden we schaatsen. Geweldig vond ik dat. In de aula was een toneel, waar ik ook in stukjes meespeelde. Onder dat toneel was een soort kelder en daar stond een skelter. Broeder Ferdinand was buiten ziekenbroeder en bakker ook de monteur van die skelter. En ’s avonds mochten we af en toe om beurten een paar rondjes in die skelter rijden op het plein.

Op zaterdagmiddag kwam regelmatig ons moeder mij halen in de auto. Lekker weer even naar huis. En dit geloof je niet… maar op zondag moest ik natuurlijk weer terug naar het internaat en dan liep ik langs de varkens, de kalfjes, de koeien enzovoorts, om in gedachte ‘houdoe’ te zeggen. Hoe goed ik het ook had op kostschool. Die heimwee hè.

Derde jaar

In het derde jaar veranderde er veel. Zo kregen we meisjes in de klas. We zaten in een noodlokaal, een stukje verderop in de tuin. Zeg maar voor de boerderij die ik eerder noemde. Helaas heb ik daar geen foto’s meer van. Maar wél van de groep internen in deze tijd. Deze foto zie je hieronder.


Groepsfoto met broeder Felix bij de vijver

Op de foto zie je broeder Felix wel blinken met zijn kale koppie. Ik zit tweede vooraan van links. Wat zijn we gegroeid hè. We zitten voor de vijver, maar dit is aan de achterkant. De voorkant is bij de pad naast het gebouw. Daar stond bijna iedere dag broeder Johannes (dacht ik) de vissen brood te geven. Hij stampte dan een paar keer met zijn voeten op de grond en alle vissen kwamen dan naar hem toe. Dat kenden ze.

Ook was de boot in die vijver aangepast met een naam. Die boot lag vast aan een ketting en heette op een dag Willem Alexander, want die was toen geboren. In ’68 werd Friso geboren en ik moest mijn zwembroek aandoen en de boot naar de kant halen. Toen kwam er Friso op te staan.

In het derde jaar kregen we ook wel eens gymles van meneer Vriens. Gelukkig maar af en toe, want ik weet nog dat we gingen sporten op het veld en dat hij toen iemand aanwees als scheidsrechter, terwijl een ander een stoel voor hem moest meenemen. Wij speelden een spel, voetbal of zo. En hij kwam dan even later met een paar appels uit de boomgaard en ging die opeten. Later kregen we gym van meneer Jansen.


Broeder Paulus en Kees Dekkers spelen pingpong. Ik ben toeschouwer, te zien net naast de schouder van de broeder. In deze ruimte was een parkietenkooi, die ik mee mocht bijhouden. Die deur die je ziet boven het hoofd van de broeder is van het winkeltje.

Frans kregen we van meneer Trommelen. Niet mijn favoriete vak, maar zijn dochter zat bij ons in de klas. Ik denk Marije. Ik weet wel dat ik het voor haar erg moeilijk vond. Wiskunde kregen we van broeder Casper.

Wat ik me ook nog herinner uit deze tijd is dat we een paar keer dropping hebben meegemaakt. Ik weet om die reden ook hoe lang de Chaamseweg wel niet is. Deze liepen we helemaal terug naar Baarle-Nassau. Steeds aan de kant voor een auto...

In het derde jaar was ik, zoals op een van de foto's te zien is, Zwarte Piet. Samen met o.a. Henk de Bruin en Fons Boom. Ik ben de middelste. Een gruwelijke ervaring. We stonden hier op een wagen en ik kreeg een grote ijsbal op mijn neus en heb er vreselijke koppijn aan overgehouden. Alex Voets was ook zwarte Piet en hij liep naar dat ventje toe en heeft hem ‘bijgewerkt’ zei hij later.


Hier hadden we een avondspel en moesten we iets van een pyramide afspreken. Jan van Kollenburg (maatje) legt zijn hand op mijn schouder.

In de tuin was een grote vijver in aanbouw en in een ander deel was al een wei met herten. Een keer waren de herten uitgebroken. De hinde was al gauw gevangen, maar de bok was weg. Wel werd deze in de buurt waargenomen en we moesten dan ook in een lang lint, met zo'n honderd man, proberen het mannetje in de goede richting te sturen. En ja hoor daar kwam het mannetje al aan... Broeder Dominicus nam een duik en hij viel bovenop het beest. Hebbes! Ik zei al dat het een vinnige man was.


Jaarlijks feest, deze keer met de meisjes van de klas erbij. Ik sta in het midden met mijn hand voor mijn mond.

Vierde jaar

In het vierde jaar zaten we weer met de klas in het grote gebouw. Ik zat bij de deur, want ik mocht iedere keer bellen als de les om was. Inmiddels bestond de vierde klas uit twee klassen. Had met wiskunde A en B  te maken dacht ik. We hadden een spreekbeurt moeten voorbereiden. Ik vertelde over parkieten. Marcel de Bie vertelde als duivenmelker over zijn duiven. Interessant. Dan vertelt hij opeens over het bevruchten van de duiven. Broeder Arnold Bakx zat te schudden van het lachen. Wij niet minder.


Op de foto tijdens het afdansen

Ik heb later mondeling examen gedaan in Tilburg en de schriftelijke schoolonderzoeken op onze school. Erg spannend allemaal. In dat laatste jaar ben ik nog met een paar anderen op dansles geweest in het dorp. Op de foto hierboven ben ik de zesde van rechts in de derde rij. Deze foto is gemaakt bij het afdansen.

Terugblik

Vier jaren lang op een internaat... Veel heimwee gehad... Na 19 jaar hadden we een reünie en ik zei tegen mijn vrouw: 'We gaan de sloot zoeken die ik bij elkaar heb gehuild'. Ik was de volgende dag helemaal schor. Zoveel moeten vertellen. Ik wist dat allemaal nog en velen wisten blijkbaar van deze tijd helemaal niets meer.

Wat een ervaring. Ik heb mezelf moeten bewijzen. Voor mij is het goed geweest.

Wanneer we in Baarle-Nassau op bezoek gaan parkeren we op het schoolplein. Ik kijk altijd even rond en weet ook weer... oja dit... oja dat… Ik zie de raampjes boven en weet welke van mijn drie kamers zijn geweest. Maar ook de slaapzaal, de studiezaal, de kapel. Mijn vrouw zegt wel eens: 'Kom hoor, nou gaan we verder!' 

Dit verhaal is een ingekorte versie.

Klik hier voor het hele verhaal

Ook schreef Piet Hendrikx vijf columns over het internaat, in het lokale dialect.

Klik hier om ze te lezen

11

Reacties (11)

Marilou NillesenBHIC zei op 24 januari 2020 om 20:25 uur

Wat een imposante bijdrage, Piet, en wat weet je die tijd mooi tot leven te roepen en te beschrijven! Ik denk dat heel wat mensen zich herkennen in je verhaal. Veel dank voor deze openhartige inkijk in die bijzondere en toch ook vaak heftige periode in je leven.

Nico Jol zei op 1 maart 2020 om 23:16 uur

Mooi en beeldend beschreven verhaal, ik herken veel van de foto's en de namen van de broeders. Ik heb 2 jaar op het internaat gezeten van 1965-1967.
Het is zeker en vormende periode geweest met mooie en minder mooie herinneringen. Jongens die indruk hebben achtergelaten bij mij omdat ze aardig waren zijn Ad Out en Paul Warmerdam, want er waren ook wel jongens bij die minder sociaal waren. Het is al lang geleden maar door dit verhaal komt het wel weer heel sterk binnen, even terug in die tijd. Goed gedaan Piet.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 2 maart 2020 om 12:12 uur

Bedankt voor je bijdrage, Nico, goed om te lezen dat dit verhaal weer van alles bij je oproept! Ik zal Piet mailen dat je hebt gereageerd. Zijn er nog dingen in zijn verhaal die er voor jou uitspringen?

Oja, als je nog namen weet dan kan ik die aan de bijschriften toevoegen.

Bert Wijnen zei op 2 maart 2020 om 22:42 uur

Een heel herkenbaar verhaal. Ook ik sliep eind jaren vijftig op deze grote slaapkamer: linker rij, ergens in het midden. Met daarbij een eigen kast. Aan de grote rij wasbakken konden we ons wassen en de tanden poetsen. Op de overloop bij het trappenhuis bevond zich de toilettengroep. Ook ik zie en hoor nog het geluid van de surveillerende broeder, nadat het licht uit was gemaakt. dat gebeurde nadat ieder in stilte nog wat in de stripboeken of andere lectuur had gelezen. Die boeken bevonden zich in een kast aan de kop van de slaapzaal. Later kreeg ik een eigen slaapkamertje, dat lag ongeveer twaalf traptreden hoger. Ook in mijn tijd was broeder Ferdinand de ziekenbroeder. Tegelijk met mij was mijn broer Jan in het juvenaat. Hij was een echte dierliefhebber. Bij de gratie Gods mocht hij in de boerderij van broeder Dominicus konijnen houden. Ook had hij een kooi met postduiven staan op het dak van het hok waar we altijd groenten en aardappelen voor het hele klooster moesten schoonmaken! Achter die boerderij stonden hele lekkere appels, die werden geplukt en de winter in de schuilkelder vorstvrij werden opgeslagen. Voetballen was mijn lust en mijn leven. Op de speelplaats werd altijd met twee ballen tegelijk gespeeld. vaak moesten we een bal gaan zoeken bij de familie Wouters, die aan de overkant van de weg achter de groene klapdeuren woonde.
We moesten elke dag corveën, wc schoon maken, afwas doen, tafels dekken, vloer boenen en recreatiezaal opruimen. Ik vond dat geen enkel probleem. wanneer ik nu thuis een karweitje doe, moet ik er nog vaak aan denken. eens per jaar liepen we naar de Lourdesgrot in Meersel Dreef. In de winter schaatsten we op een zandafgraving en 's zomers zwommen we in Mol. En elk jaar werd er een schoolreisje gemaakt met de bus van de firma van Raak. Vlak voordat we met de grote vakantie naar huis gingen, moesten we nog geld verdienen voor de vakantie in Roermond. We gingen daar met de fiets naar toe en verbleven de laatste week van de zomervakantie in het klooster daar. We gingen dan de hele week in Limburg fietsen, zwemmen of mochten met een boot meevaren op de Maas.
Ik heb nog verschillende fotootjes van die gebeurtenissen.... maar heb die misschien al opgestuurd?

Nico Jol zei op 11 maart 2020 om 10:33 uur

Ik heb nog wel wat aanvullende gedachten en herinneringen naar aanleiding van het verhaal van Piet.
Heimwee, daar heb ik ook last van gehad als 13 jarige jongen, ik kom uit de kop van Noord-Holland dus was het wel een behoorlijke reisafstand voor mijn ouders om een keer te komen. Ze zijn een keer geweest en logeerden toen in hotel de Engel, ik kreeg het toen wel te kwaad en belandde 's nachts nog bij de broeder, die in de hoek van de slaapzaal een eigen vertrek had, omdat ik zo'n verdriet had.
Er werden genoeg activiteiten georganiseerd zoals: droppings, spel met vlag veroveren, sport en spel op het terrein of een voetbalwedstrijd tegen een team in Goirle en op de zolder kon er naar hartenlust geknutseld worden met hout of tekenen. En verder bood de recreatiezaal de mogelijkheid om te tafeltennissen en in de huiskamer kon je altijd wel iemand vinden om een spelletje mee te doen.
Ik realiseer me dat ik geen vriendje had waar ik wat vaker mee optrok dan met anderen, in tegenstelling tot Piet.
Nog een herinnering aan de studiezaal die gevuld werd met leerlingen, voorin de jongsten en achterin de ouderen. Voorin het bureau met een broeder er achter.
De stilte in de zaal werd weleens doorbroken door een van de oudere jongens die last had van een gespannen buikwand en dit leidde tot enige hilariteit bij de rest van de studiegenoten...
Het eten werd bereid door o.a. broeder Bonifatius (uit Haarlem afkomstig), een kleine gezette man, een echte kokstype.
Er bleef weleens wat soep over en dat kreeg je de volgende dag weer gemengd met andere soep onder de naam: journaalsoep.
Ik kan me ook nog een toneeluitvoering herinneren van de tien kleine negertjes van A Christie, spannend en volgens mij uitgevoerd door de oudere studenten.
Ook de muziekavond met het bandje herinner ik me en dan vooral toen het nummer van the scopions, hello josephine werd gespeld.
En dan waren er de schoolreisjes onder andere naar de Ardennen, de grotten van Remouchamps en de watervallen van Coo, een dag naar vliegveld Volkel om naar vliegdemonstraties te kijken. Een andere persoonlijke herinnering is die aan de muziek van the Rolling Stones en dan met name de elpee Aftermath, iemand van de internen draaide deze in de aula en ik werd geraakt door de muziek waarna er toen een grotere belangstelling voor de Stones is ontstaan.
De recreatiezaal/huiskamer had twee verhogingen waarop je kon zitten/ de televisie en geluidsinstallatie stonden daarop. In die tijd was het nummer We can work it out van the Beatles regelmatig te horen, Antoon van Tuijl was er een liefhebber van.
En in deze zaal was ook een ladenwand voor iedere jeugdige interne één, om je persoonlijke spullen in te bewaren. Dit was de recreatiezaal voor de 1e en 2e jaars, denk ik. De ouderen hadden een eigen zaal.
Tot slot nog wat namen van medeinternen: Leon Geelen, Nico Brammer, Hein Burger, Piet van de Berg, Paul Warmerdam, Ad Out en George Bosma. Als ik de foto bekijk waar ik ook op sta dan moet ik zeggen dat ik de meeste niet meer herken (na ruim 50 jaar niet zo verwonderlijk).
Thijs, dit zijn zo wat losse herinneringen, misschien ook herkenbaar voor anderen die in die periode in Baarle Nassau zijn geweest. En de herinneringen zijn natuurlijk gekleurd/verbleekt door de tijd...
Zo nu en dan komt het weer in mijn gedachten, die twee jaar hebben zeker invloed gehad.. Nog één herinnering tot slot. Hoe ben ik op het internaat terecht gekomen? Toen ik in de 6e klas van de lagere school zat kwam er iemand in de klas om iets te vertellen over het internaat. Dit was Broeder Alfonso Nijssen (Jan), hij wist mij kennelijk te interesseren en met nog een klasgenoot ben ik toen op het internaat terecht gekomen.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 11 maart 2020 om 10:44 uur

@Bert Wijnen: bedankt voor je bijdrage en goed om je terug te zien op de site. Volgens mij kun je je nog gemakkelijk elk hoekje van het internaat voor de geest halen, mooi hoe precies je alles nog weet, en leuk dat je je oude slaapplek op de foto hebt teruggevonden.

Over die foto's: ik heb er indertijd al een handvol ontvangen, maar of we alles al hebben? Daar moeten we eigenlijk eens over mailen. Hoe meer foto's hoe beter, dus mocht je nog twijfelen, stuur ze maar door naar info@bhic.nl onder vermelding van dit internaat.

@Nico: hartelijk dank voor je bijdrage, wat weet jij nog veel over deze tijd te vertellen! Dat moet inderdaad wel een indrukwekkende ervaring zijn geweest om als 13-jarige zo ver en zo lang van huis weg te zijn, en ineens in zo'n wereld van dagelijkse strikte routine terecht te komen. Dan blijven al die momenten waarop deze routine werd doorbroken je wel bij, kan ik me zo voorstellen. Die excursies bijvoorbeeld, de dropping, maar ook the Rolling Stones - opvallend dat dat mocht!
Mocht je nog meer willen vertellen dan kun je dat natuurlijk weer via de mail doen, info@bhic.nl, dan plaats ik je reactie hieronder.

Peter van Meel zei op 17 juli 2020 om 15:24 uur

Tweede jaar groepsfoto 1967
Van links naar rechts Boven staand
J van Etten, Ad Out, Marcel van de Abelen, H Sommen, Hermans, Wagemakers, Martens. kees van Meel (mijn broer) Rijn, Zwart, Coppens, Zeeland, Puijenbroek, Vliet, Jansen, Leerintveld, Heren, Uppelschoten, Werde, Galle, Foksens, Janssen, Boom, Kaam, Sins, Zaat, Dijk.
Zittend: Dekkers, Coppens, Sande, Kanters, Puijenbroek, Bruijn, Jongenelen, Ronald Messemakers, Peter van Meel, Vorstenbosch, Timmers, Scheepers, Peter de Laat, Altenburg, Coelen , Guus Welten, Leeuw,Staps, Hendriks, Kollenburg, Klein, Hermans.
Onder: Stammeijer, Verdonk, Visser, Kuipers, Vrijsen, Evers, Beckhoven, Vlerken, Kassel(?), Spanjaard, Wouters, Vermeer, Stalperd

Mariët BruggemanBHIC zei op 17 juli 2020 om 20:05 uur

Bedankt Peter, voor het noemen van de namen bij deze foto. Ik zie dat je er zelf ook op gezeten hebt, heb jij er nog speciale herinneringen aan?

Jan Broos zei op 1 maart 2021 om 13:25 uur

De grote slaapzaal is later het handenarbeid lokaal geworden van broeder Antoon.
Antoon van Tuijl is als lid nog volop betrokken bij heemkundekring Amalia van Solms.

groet Jan

Thijs de LeeuwBHIC zei op 3 maart 2021 om 10:47 uur

Dank voor deze informatie Jan. Wat leuk dat broeder Antoon nog zo betrokken is bij de heemkundekring! Wat ik mij nog afvraag: wanneer ongeveer kreeg hij de slaapzaal tot zijn beschikking voor de lessen handenarbeid? Kregen de internen vervolgens een nieuwe slaapzaal of werd de overstap gemaakt naar chambrettes?

Marc van Puijenbroek zei op 4 mei 2021 om 23:34 uur

Dit zijn mooie verhalen uit de oude doos, ik kan de meeste internen nog voor de geest halen. En wat Piet Hendrick vertelt, dit klopt allemaal. Mooi Piet. Ik heb er 3 jaar gezeten en daarna de school afgemaakt in Tilburg. Ook nog een aardigheidje, wanneer het weekend was geweest, dan gingen we op maandag na school het dorp in, frites eten bij de Volder, geld was gelijk op. Leuk om weer wat gehoord te hebben.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.