"Soeur" Marie-Thérèse Dielemans
Begin 1856 kwam de eerste echte onderwijzeres naar Wagenberg. Zij heette "Soeur" Marie-Thérèse Dielemans en was een bevoegd schoolhouderesse, maar zonder religieuze vorming. Zij was bevoegd in het geven van lager onderwijs en ze gaf godsdienstles. Verder had zij al bijna twintig jaar ervaring in het geven van "onderwijs in de Christelijke leering en nuttige handwerken, gemanierd en zedelijk gedrag" en zij was door de bisschop bij pastoor Oomen aanbevolen. Soeur Marie-Thérèse ging op 24 januari 1856 inwonen bij Kee Sinjoor in het Kerkstraatje en begon haar werkzaamheden. En ... zij had succes: de Wagenbergse meisjes kwamen naar haar school.
De school kreeg de benaming "Liefdesgesticht", of kortweg "Gesticht". Soeur Marie-Thérèse werkte zeer succesvol. Het aantal leerlingen groeide naar 120! Dit werd te veel voor haar alleen en daarom verzocht zij de pastoor om assistentie te vragen van de zusters in Etten. Samenwerking was niet mogelijk en Marie-Thérèse vertrok uit Wagenberg.
Onder de Zusters van Etten
De eerste drie zusters uit Etten kwamen op 21 november 1861 te Wagenberg aan. De naam "Liefdesgesticht" werd door het Moederhuis in Etten nimmer gebruikt. Vanaf de stichting in 1861 sprak men daar van het "Sint Aloysiusgesticht". Later verkreeg de kerk nog een relikwie van deze heilige. De drie zusters zetten het werk voort waarvoor Marie-Thérèse de basis had gelegd. De Sint Aloysiusschool draaide nog succesvoller dan voorheen. Zelfs uit Terheijden en Hooge Zwaluwe kwamen de meisjes naar de zustersschool in Wagenberg. In 1867 moesten lessenaars en banken worden bijgemaakt en in 1869 waren er al vijf zusters.
Na nog geen 10 jaar was de school al veel te klein. Er kwam een geheel nieuwe school. De Wagenbergse aannemer A. van der Veeke leverde zijn werk voor ƒ 1.105,46 en timmerman Gordens, eveneens uit Wagenberg, voor ƒ 803,26. Met alle bijkomende werkzaamheden kostte de nieuwe school ƒ 5.171,86½. De benodigde grond was gekocht van de achterbuur A. van Tetering. Een collecte onder de parochianen gehouden in 1870 bracht ruim ƒ 4.000,- op! Er behoefde slechts ƒ 930,- te worden bijgeleend. De overheid had in die tijd voor het bijzonder onderwijs niets over. De gemeente Terheijden kwam wel met een bijdrage, zij het een geringe, van ƒ 24,62. Korte tijd later echter werd nog een toelage ontvangen van ƒ 300,-.
Voortvarende ontwikkelingen
Wagenberg groeide en de school groeide mee. De kleuters "doorliepen" de bewaarschool èn de fröbelschool. Er kwam een Onderwijswet en zo goed als alle meisjes gingen ook naar de lagere school. Met de regelmaat van de klok zien zagen we dan ook uitbreidingen:
1885: Aanbouw van een nieuw schoollokaal voor ƒ 1.011,02.
1896: Bouw van een nieuw woonhuis voor de zusters (het klooster) aan de andere kant van de speelplaats, door Adr. Gordens, voor ƒ 967,-. De vertrekken waarin de zusters gewoond hebben kwamen bij de school.
1905: Om aan de Wet op het Bijzonder Onderwijs te voldoen, werden nieuwe lokalen bijgebouwd. Bij de openbare aanbesteding waren G. Akkermans te Wagenberg met ƒ 2.299,- en A. Schets uit Terheijden met ƒ 1.995,- de laagste. Aan hun werd het werk gegund.
1924: Overname van de Openbare School voor jongens. Ook dat werd een R.K. bijzondere school. De plechtige inhuldiging vond plaats op 7 januari 1925.
1931: Aankoop grond voor een nieuwe bewaarschool. In 1939 vond tevens de oprichting plaats van de naaischool onder leiding van Sr. Clementine.
1939: Nadat de bouw moest worden uitgesteld en de plannen gewijzigd, vond eindelijk de bouw plaats van de nieuwe bewaarschool "de H. Engelbewaarder", met een verdieping voor het meisjesjeugdwerk. De bouwkosten beliepen ruim ƒ 25.000. De officiële naam werd "Gemeenschapshuis St. Aloysius", maar de gebruikelijke naam was "Jeugdhuis". En sinds 1963 draagt het gebouw de naam "Plexat" als het Wagenbergse gemeenschapshuis.
De Tweede Wereldoorlog bracht zware schade toe aan de schoolgebouwen en het klooster. De zusters logeerden tijdelijk in het Moederhuis in Etten en daarna in Terheijden. In maart 1945 kon worden begonnen met lesgeven en vonden de zusters een onderkomen in het Wit-Gele Kruisgebouw naast de pastorie.
Wederopbouw van het klooster bleek onmogelijk, nieuwbouw was noodzakelijk. Het nieuwe klooster kwam pas in 1952 aan de andere kant van het Jeugdhuis en kreeg de naam "Maria Assumpta" (Maria ten Hemel opgenomen). De lage aanbouw links was de kloosterkapel.
Grote waardering voor de zusters
Vanwege de naleving van de strikte kloosterregels traden de zusters nimmer op de voorgrond. Toch werd hun werk aller wegen hoog gewaardeerd. Het 50-jarig bestaan van het R.K. Bijzonder Onderwijs op Wagenberg, wat tevens betekende dat de Zusters van Etten een halve eeuw hier verbleven, werd op 21 november 1911 door het hele dorp meegevierd. "Van alle kanten wapperden de vlaggen" en er bestond grote belangstelling voor het feest. In de H. Mis, opgedragen ter ere van de zusters, hield de Wagenbergse Capucijnenpater Severinus Broeders de feestpredikatie. De kinderen brachten voordrachten in de versierde lokalen en na de middag werd de feestvreugde nog verhoogd door de klanken van de rondtrekkende harmonie. De andere dag was er 's middags voor de kinderen een soort filmvoorstelling door "vertooning eener Kimonstograaf".
Bij het 75-jarig jubileum in 1936 ontvingen de zusters kostbare geschenken voor hun kapel. Een nieuw altaar vervaardigd, door timmerman Piet Hessels en gebeitst door schilder Jef Taabe, werd geschonken door juffrouw Mina de Jongh die vanaf 1912 als leke-onderwijzeres aan de meisjesschool verbonden was.
Het eeuwfeest, op 21 november 1961, werd in besloten kring in het klooster "Maria Assumpta" gevierd.
Het was de zusters destijds niet toegestaan om op straat te komen, via een achterpoort gingen ze naar
school en de kerk. Als je een zuster in het dorp zag, dan was het de wijkzuster. Wij noemden haar '´t
zusterke', die op haar fiets naar een zieke of bejaarde ging om hulp te verlenen. Van 1946-1953 was dat Zr. Baptista (†1999).
Geleidelijk nam het aantal religieuzen af. Ook in Wagenberg was dat het geval. Op het laatst woonden er nog drie zusters, evenveel als in het begin in 1861. Op 31 december 1975 verlieten de zusters definitief Wagenberg en vertrokken naar andere kloosters van hun congregatie. Het gebouw werd verkocht en verdeeld in enkele appartementen die werden verhuurd. Vanaf 2008 is hier het “Thomashuis” gevestigd. Dit is een woonvoorziening voor zes tot acht mensen met een verstandelijke beperking. Het typerende van deze woonvorm is dat een echtpaar of partners, die zelf ook in het huis wonen, als zorgondernemers verantwoordelijk zijn voor de zorg en ondersteuning aan de bewoners.
Bronnen
Zuster M. Annette P.R., Geschiedenis van de Congregatie der Penitenten Recollectinen van Etten (1951) pag. 72 en de aldaar genoemde brief d.d. 12-2-1843, van de bisschop van Breda, J. van Hooydonk, aan de van Wagenberg afkomstige rector Adrianus Loonen (Archief PRE nr 4. 121a). Met dank aan emeritus-pastor P.J.M. Rombouts voor de vertaling van deze Latijnse brief.
Moeder Overste, Zr. Alphonsine, Kloosterkroniek van het St. Aloysius Gesticht te Wagenberg
Johan van der Made, 125 jaar Bijzonder Onderwijs Wagenberg, Uitgave Heemkundekring De Vlasselt 33 (1986)
Johan van der Made, Parochie H. Gummarus Wagenberg 1796-1996, uitgave Heemkundekring De Vlasselt 77 (1996)
Jan van Vliet, Thomashuis in Wagenberg, in: BN/DeStem 17 juli 2007
Reactie toevoegen