"Mijn vader bracht me weg met de auto"
Vervolgens gingen we daar samen kijken. Mijn oudste zus en tante pakten mijn koffer in, want mijn moeder lag in het ziekenhuis. En alles wat ik meenam moest genummerd zijn. Ik kreeg nummer 49. Ik nam mijn eigen kleren mee, maar de eerste tijd hebben we op het internaat ook nog een donkerblauw uniform met witte manchetten en een kraag gedragen. (Later hoefde dat niet meer.) Mijn vader bracht me weg met de auto. Ik vond het eigenlijk heel gewoon om op kostschool te gaan. Alle acht kinderen van ons gezin deden dat immers. En ook veel andere kinderen uit ons dorp gingen naar de kostschool. Op deze school zaten zowel interne leerlingen, zoals ik, als externe leerlingen, die gewoon thuis bleven wonen.
Eenmaal aangekomen bij het internaat, schrok ik wel even van de ruimte... Ik herinner mij nog dat in de refter een rode vloer lag en de muren waren aan de onderkant een stuk zwart geverfd. Net als in een stal, vond ik. Wat ik ook nooit meer zal vergeten, is de slaapzaal bovenin het gebouw. Daar waren chambrettes en alles was van hout. De bedden zaten vast tegen een houten wand, er waren nachtkastjes met een waskom en aan zowel de voor- als de achterkant van iedere chambrette zat een gordijn. Ik dacht: "als er brand komt wat dan?" Maar goed, ik had gekozen en dacht "niet zeuren"!
"Een waskom, waar in de winter weleens ijs op lag"
Ik kende niemand in Lierop, maar het duurde niet lang en alles op het internaat ging heel gemoedelijk. Ik herinner me nog dat ik met vier meisjes aan een tafel zat, met aan de onderkant vier laden. In deze laden legden we ons bord, een beker, een theedoek, het bestek en een boterpotje. Op het bestek stond onze naam of ons nummer gegraveerd. Na het eten moest een van de vier meisjes een teiltje met warm water met afwasmiddel halen, zodat we konden afwassen. Vervolgens ging alles weer schoon de lade in onder de tafel, plus de natte theedoek. Wat ik niet zo prettig vond natuurlijk, want na een paar dagen begon die theedoek al behoorlijk te stinken en je moest er een week mee doen. Dat gold ook voor het boterpotje, terwijl daar helemaal niet zo veel in kon. Gelukkig verzon ik daar later wat op. Thuis sneed ik de boter in stukjes en deze verpakte ik apart. Ik bewaarde de stukjes tussen mijn schone lakens en zo kon ik op de kostschool toch steeds mijn boterpotje aanvullen.
Je mocht van thuis ook snoep meebrengen. Dat ging dan in een eigen trommeltje in de snoepkast. Pas op zondagmiddag mochten we er dan wat uithalen en daarna ging hij weer voor een week op slot.
Onze dag begon telkens om 6:00 uur, in de slaapzaal, waar we altijd stil moesten zijn. We hadden daar een waskom, waar in de winter nogal eens ijs op lag. Het was er erg koud en ik kon van geluk spreken dat mijn moeder thuis van een roze babydeken een voetenzak voor mij had gemaakt. Op zaterdagmiddag kregen we een emmer warm water om ons mee te wassen en meteen te verschonen. Pas later mochten we ook één keer per maand in bad, in alfabetische volgorde. Ik weet nog dat de badgeiser boven het bad hing, wat ik heel gevaarlijk vond. Ook was er in de slaapzaal, achterin, een stortbak waar we onze tanden poetsten.
Het "ampje"
Daar dus, in de slaapzaal, begon onze dag met wassen en aankleden, om vervolgens naar de kapel te gaan waar iedere dag de H. Mis werd opgedragen, en op zondag nog het lof. Na de mis was het weer terug naar boven om ons bed op te maken. Pas daarna was het tijd om te eten.
Na het eten hadden we een "ampje": we kregen 45 minuten werkzaamheden zowel in het internaat als op de school. Dit was alleen voor de interne leerlingen. We gingen dan bijvoorbeeld aan de slag in de keuken: groenten wassen, brood snijden, maar bijvoorbeeld ook koper poetsen in de kapel. Zaterdagmiddag moest alles extra schoon worden gemaakt in de school, waar Maria Raaijmakers zei wat we moesten doen. Ik weet nog dat we de kranen napoetsten met brandspiritus. Gingen ze van glimmen. (Op zaterdagmorgen hadden we trouwens nog les ook, wederom gold dat alleen voor de interne leerlingen.)
Na het ampje gingen we naar het klaslokaal, we hoefden daarvoor alleen maar de speelplaats over te steken. De schooldag werd om 12:00 uur onderbroken voor de middagmaaltijd. En ook om 16:00 uur, dan kregen we een boterham met kaas en stroop met roggebrood en koffie. (Alleen zaterdagmiddag kregen we thee.) Na dat late middagmaal hadden we nog les of studie. Om 19:00 uur was het opnieuw etenstijd en daarna had je wat vrije tijd voor handwerken, muziek maken of iets dergelijks. Want TV was er niet. Wel hadden we een radio, waarmee we bijvoorbeeld in de vastentijd naar vastenpreken konden luisterden en 's zondags naar de top 10.
Om 21:00 uur gingen we naar bed.
Sport, muziek en reisjes
Ook buiten het reguliere schoolprogramma om was er vanalles te doen. Zo hadden we een sportdag met andere scholen uit Oerle, Eindhoven, Aarle-Rixel en Lierop. De sportnaam van Lierop was RHODOS (reik hoger door sport). Meneer van Hooff uit Eindhoven gaf gymnastiek, altijd in de buitenlucht want een gymzaal was er niet. Wel hadden we een groot sportveld, waar we vaak kastiebal speelden. Ook kregen we dansles. Wat ik me herinner is dat de grootste meisjes dan als jongen moesten dansen, wat ik niet altijd leuk vond. Op de speelplaats werden volksdansen geoefend. We leerden de Veleta, de foxtrot, de Engelse wals... Op zondagmorgen kregen we muziekles van Peter Bollen - gitaar, mandoline en accordeon. Maar daar moest dan wel extra voor betaald worden. Er is ook een concert geweest in de refter, wat ik toen heel bijzonder vond.
Waar ik ook mooie herinneringen aan heb is een schoolreis naar Luxemburg, naar Echternach, waar we een nacht in een klooster hebben doorgebracht. We kregen er twee keer per dag warm eten en een heel groot stuk vlees! Dat waren we ze daar zo gewend...
En dan was er bijvoorbeeld nog een schoolreis naar Panorama Mesdag - toen ook heel bijzonder.
Bijnaam "Tim"
Ik ben de kostschool in Lierop binnengegaan als Joke de Beijer, maar al tijdens het eerste schooljaar kreeg ik de bijnaam "Tim". De reden? Het begon allemaal met een verhaal dat ik vertelde op school, namelijk dat ik bij mijn oom en tante in Schijndel op vakantie was geweest. Op de boerderij van deze oom en tante werkte een jonge man die Tim heette. En een meisje uit Schijndel, die ook bij ons op school zat, plaagde mij vervolgens een beetje omdat ze dacht dat hij een vriendje van mij was. Ze noemde me steeds Tim en al gauw volgde de rest van de school, tot aan de leerkrachten toe! Dus toen heb ik dit maar de rest van mijn leven zo gelaten.
Nog steeds contact
Na twee jaar primaire opleiding dacht ik, "nu ga ik naar huis". Ik herinner me nog dat mijn moeder vroeg, wat ik dan zou gaan doen, want alleen met dit diploma zou ik nog niks kunnen. Ik twijfelde over wat te doen, tot mijn vader zei: "je moet zorgen dat je straks voor je eigen kunt zorgen en van niemand afhankelijk bent". Een beslissend moment, want vervolgens ben ik toch maar de assistente-opleiding gaan volgen en daarna heb ik nog de INAS gedaan (een opleiding tot inrichtingsassistente). Dan had je een goede vooropleiding. Uiteindelijk heb ik vijf jaar op kostschool gezeten, waarvan negen maanden praktijk in Helmond en in Someren voor de INAS opleiding.
Terugkijkend vind ik dat we, mijn vriendinnen en ik onder elkaar, op de kostschool in Lierop een best leuke tijd hebben gehad en dat we over het algemeen ook veel hebben geleerd. Maar in het bijzonder staat mij toch zuster Magdaleine bij, van de vakken naai- en handwerken. Zij gaf niet alleen les op de huishoudschool maar werkte ook op het internaat. Ook de lerares handenarbeid en tekenen vond ik geweldig. Zij vond alles goed wat betreft ons werk en was van mening dat we allemaal kwaliteiten hadden op onze eigen manier. Ze zag overal wat moois in - en dat voor die tijd! Ze was ook zo mooi en apart gekleed. Dat viel op. Wel kwam ze dikwijls te laat, omdat ze met het openbare vervoer reisde.
Na mijn opleiding ging ik met een vriendin solliciteren. En zijn we op de Binckhorst in Rosmalen begonnen met de Z-opleiding. Met vijf andere oud-leerlingen heb ik nog steeds contact en we komen nog geregeld bij elkaar. Wat erg leuk en gezellig is! Regelmatig hebben we het dat over de goede oude tijd in Lierop.
Reactie toevoegen