Een speels kind, een dromer, met veel fantasie; zo omschrijft Margriet zichzelf. “School vond ik destijds nutteloos, een verspilling van tijd. Buitenspelen was mijn lust en mijn leven. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de zusters van de lagere school in Geldrop voor mij de huishoudschool als hoogst haalbare zagen. Nu is daar op zich niets mis mee, maar huishouden was en is geen hobby van me. Ik was daar dan ook niet gelukkig mee, maar ja, de cijfers…”
Via een nicht van haar moeder, zuster Ancilla, komt ze dan toch op het internaat van Dongen. “Deze zuster vond dat er meer in me zat, als dat ‘speelse’ maar eens over was. Zij adviseerde mijn ouders om mij naar kostschool te sturen om daar de MMS te volgen. Zo kwam ik in Dongen terecht.”
Vreselijke stank
“Wat ik me nog goed herinner, was de vreselijke stank die er in dat dorp hing. Later begreep ik dat dit kwam van de looierijen in de buurt. Daar stond ik dan met mijn koffertje in dat grote gebouw aan de Hoge Ham, lange gangen en typische ‘chambretten’ op de slaapzaal. En veel, heel veel meisjes en overal nonnen, die je ‘soeur’ moest noemen.”
“Veel tijd om te dromen, had ik niet meer. Een strakke discipline van opstaan, mis, gezamenlijk ontbijten, gezamenlijk naar school, gezamenlijk verplichtte studie-uren, gezamenlijke maaltijden, gezamenlijke recreatie... mijn dagen zaten overvol en overal de ‘soeurs’, die de boel in de gaten hielden. Sommige waren streng, andere hadden meer empathie maar we werden erg kort gehouden.”
“Na een week of zes had ik het daar wel gezien, maar dat feest ging niet door: ik moest blijven van mijn ouders. Het gevolg was wel dat ik nogal rebels werd, ze hadden hun handen vol aan mij en achteraf vind ik het knap hoe ze het voor elkaar kregen dat ze mij - en nog andere meisjes- in het gareel hielden zonder geweld te gebruiken. In die tijd kreeg ik, tijdens de recreatie, de smaak te pakken van lezen en postzegels verzamelen; twee hobby's waar ik nog steeds veel tijd aan besteed. Allebei gestimuleerd door een ‘soeur’, wiens naam ik niet meer weet.”
Geen straf
Heimwee heeft Margriet niet echt gehad. “Ik vond kostschool niet leuk, maar ik had er ook vriendinnetjes en de weekends die ik binnen moest blijven, waren eigenlijk best gezellig. Er was daar ook een oude zuster, die in de keuken allerlei werkjes deed. Die kwam oorspronkelijk uit Oostenrijk en kon heel mooie verhalen vertellen over haar land. Voor straf in de keuken eten was voor mij helemaal geen straf!”
“Toen de zomervakantie voor de deur stond, waren mijn ouders het erover eens dat ik nog maar een jaar in Dongen moest blijven. Ik weet nog dat ik in de auto, terug naar huis, zei: ik ga niet meer! Er hielp geen moedertje lief meer aan en zo heb ik mijn middelbare school opleiding in Helmond afgemaakt en daarna een HBO opleiding afgerond. Zonder dat eerste jaar op kostschool was me dat waarschijnlijk niet gelukt. Ik heb daar geleerd dat je, om te bereiken wat je wilt, naast dromen ook kennis nodig hebt.”
Reactie toevoegen