Komende uit een zeer katholieke familie, waarvan al verschillende leden bij frater- en zustercongregaties in Tilburg waren ingetreden, was er ook voor mij een roeping bestemd. Tevens hadden wij onder onze kennissen broeder Pius als missionaris en na zijn terugkeer naar Holland, werd hij de bouwpastoor van het nieuwe klooster en de kerk van de broeders van Mill Hill in Oosterbeek. Dus mijn keuze werd gemaakt: lekker dichtbij huis, "De Rooi Pannen”! We spreken nu over 1952.
Voor mij een stap die gepaard ging met jeugddromen, gevuld met wensen om een goede missionaris te worden en liefst met een goede gezondheid. De godsdienst was mij met de paplepel ingegoten. Missionaris is het uiteindelijk niet geworden maar de gebeden voor een goede gezondheid met een mooi huwelijk en een fantastisch gezin, werden wél vervuld.
Als kind voelde ik mij snel thuis op De Rooi Pannen en ik had geen moment last van heimwee. Mijn ouders woonden een paar honderd meter verderop en wekelijks werd de vuile was opgehaald en de schone was retour gebracht en zo kon ik ook af en toe naar mijn familie zwaaien. Meestal zat er in de waszak een briefje met daarop het laatste nieuws!
Voetbal
Mijn herinneringen gaan vaak uit naar de dinsdag- en donderdagmiddagen. Father Cock was de voetbalcoach en om 12 uur maakte hij de opstelling bekend. We speelden dan een onderlinge partij op het oude RKTVV voetbal terrein.
Ik herinner me nog die zware kletsnatte leren bal, gestrikt met een leren veter. En dat die later vervangen werd door een van de eerste plastic voetballen. Ja, Father Cock was “vooruitstrevend” ingesteld. De mooiste voetbalpartijtjes werden gespeeld in de tussenuren van de lessen op de cour (speelplaats).
Was je op de vrije middag niet opgesteld voor de voetbaltraining, dan moest je met de wandelgroep een paar uurtjes dwalen door de natuur of door de stad. Gezien dat De Rooi Pannen aan de rand van de stad lag, was de natuur zéér dichtbij. De stad was mij wel bekend en ik kwam meestal wel bekenden tegen totzelfs onze eigen hond Trix.
Father Cock
Father Cock, daar kregen wij Latijn en aardrijkskunde van. Hij was de persoon waarmee ik het langst kennis heb gemaakt. Hij was een fervente sporter, zwom veel en hield van lange afstanden schaatsen. Hij was wekelijks op de ijsbaan in Eindhoven te vinden om zijn schaatsconditie op peil te houden. In de winterperiode was hij de man die het initiatief nam om de cour onder water te zetten voor het creëren van een ijsbaantje.
Ik weet ook dat hij een auto-ongeluk heeft gehad. Ja... met de fiets aangereden... Hij had altijd haast. Is lang herstellende geweest en ik kwam hem destijds nog tegen in een rolstoel, in het zwembad, voor revalidatietherapie betreffende zijn gekwetste benen. Hij was echt nog een man van recht voor zijn raap, je kon er niet mee spelen en zijn wil was wet. Moest ook wel met zo’n honderd pubers om hem heen.
De andere Fathers
Father van Tiel was bestemd voor de Nederlands en Franse taal. Als we goed ons best hadden gedaan, dan wilde hij weleens voorlezen uit zijn boek dat hij had geschreven over de belevenissen van een "negerjongen" uit zijn missieleven.
Father Gillis was leraar Latijn en godsdienst. Hij regelde de corveedienst, zodat niemand aan de poetsdiensten ontkwam. Meestal volgde dan daarna een serieuze controle die uitmondde in: "doe het maar eens netjes over in je vrije tijd".
Father Bouman kwam uit het hoge noorden en als ik me niet vergis kregen wij wis- en natuurkunde van hem.
Er waren ook oud-missionarissen gehuisvest, waaronder Father Hoevenaars vanuit de Rijen. Hij woonde in het klooster op de bovenste verdieping van het torentje links.
Ook Father van Doorn, een rasechte Tilburger, was een voormalige gestationeerde missionaris, en viel vaak in met lesgeven. Had altijd een leuke manier van presenteren in de lessen en verdraaide zijn woorden op een komische manier.
Father Bots, een van de contactpersonen voor de buitendienst, was de persoon, waarvan ik weet, dat hij een auto kreeg met een garage. Het was een blauwe Volkswagen Kever. Iedereen moest komen kijken naar zijn trotse bezit.
Eigenlijk vergeet ik bijna de voornaamste inwoner te noemen... en dat was Father Bisschop. Hij was rector van De Rooi Pannen, St. Joseph Studiehuis Mill Hill. Een man op de juiste plaats. Zijn bestuurlijke functie straalde in zijn geheel over hem uit.
Nog een voornaam persoon was Broeder Pieter! Niemand kon hem ontgaan! Hij was de portier, stoker van de cv-ketel, koster en boodschappenjongen.
De Fathers hadden in Tilburg een grote inbreng in het pastorale leven. Draaiden vele kerkdiensten in de omliggende parochies.
Andere herinneringen
Wat mij lang is bijgebleven is de Watersnood van 1953. Nieuws kregen wij te horen van het zeggen en van foto’s van de krant die we tijdens het wandelen in de stad konden lezen, uitgebreid aangeplakt voor de ramen van de uitgeverij.
Ook was toen de kleine aula een verzamelpunt geworden van ingezamelde kleding, dekens etc. om de eerste hulp te kunnen bieden. Ik stond versteld van de hoeveelheid donaties. We konden amper bij onze privékastjes komen, die zich in dezelfde ruimte bevonden. Ik kan mij nog steeds die berg kleding, jassen, dekens en schoenen voor de geest halen!
Sport werd geboden waar het mogelijk was. Eens per jaar regelden de vierdejaars een olympiade waar iedereen aan mee moest doen. Hier waren kleine prijsjes aan verbonden om het fanatisme in de sport te motiveren.
Vanaf het platte dak van de aula verscheen dan Zeus als God vanaf zijn berg Olympus, om alle sporters een bemoedigend woord toe te spreken.
In de grote aula zaten wij met velen te luisteren naar de radioverslagen van de te spelen interland voetbalwedstrijden.
Onderling werd met inzet van sigaretten een Lotto gehouden en wie dan de juiste uitslag had geraden, deelde in de winst. Deze wedstrijden werden altijd op zondagmiddag gespeeld.
Drie mooie jaren heb ik beleefd daar op het St. Josef Studiehuis, totdat mijn droom om als pionier een missionaris te willen worden ergens ver weg in de missie, werd overspoeld door dat van een ridder op het witte paard! Die missie veranderde in een wijde wereld, waarin ik een ander pad insloeg en realiseerde dat er meer was dan het kloosterleven!
Helaas kan ik mijn verhaal niet bundelen met foto’s van deze tijd, want in deze periode was fotograferen een duurzame hobby, wat op de dag van vandaag niet denkbaar is. Het zou voor mij fijn zijn om meer info te kunnen verzamelen over deze periode.
Harry Maijen
Noot van de redactie: heb jij nog informatie of foto's ? Laat dan hieronder een reactie achter of stuur een mail naar info@bhic.nl.
Rini de Groot stuurde deze prentbriefkaart, afkomstig uit de verzameling van zijn broer.
Reactie toevoegen