Al snel daarna werden er plannen gemaakt voor een uitbreiding die de Gertrudis een van de grootste kerken van de Nederlanden moest maken, maar van die plannen is weinig gerealiseerd. Geldgebrek was hiervan de oorzaak. Nadat de protestanten de kerk in 1568 in gebruik namen, sloten ze delen van het veel te grote gebouw af en die stukken werden later grotendeels gesloopt.
De genadeklap voor het gebouw kwam in 1747. In dat jaar belegerden de Fransen Bergen op Zoom. De inname van de stad ging gepaard met een zwaar bombardement dat weinig van de kerk overliet. Toch zorgden de protestanten ervoor dat de kerk al snel weer werd hersteld. De toren kreeg toen ook zijn kenmerkende vorm van ‘peperbus’.
Omdat de protestanten de kerk op eigen kosten hadden herbouwd, werd hij in de tijd van Napoleon niet teruggegeven aan de katholieken. Tot 1966 bleef de kerk bij de protestanten in gebruik, maar toen moesten ze het gebouw aan de gemeente verkopen omdat ze het onderhoud en de restauratie niet meer konden betalen. De gemeente zat in haar maag met de kerk. Ook voor de katholieken was de kerk te duur: ze hadden trouwens zelf al twee kerken in het centrum van Bergen op Zoom.
En toen sloeg het noodlot toe: in 1972 brandde de kerk grotendeels af. Dat de kerk herbouwd zou worden, stond eigenlijk meteen al vast. Bergen op Zoom had niets aan een ruïne in het hart van de stad. Maar waarvoor moest het gebouw dan gebruikt gaan worden?
Langzamerhand werd duidelijk dat de oplossing toch van de katholieken moest komen. Met pijn in het hart namen ze afscheid van hun twee kerken. De katholieke kerk aan de Markt werd door de gemeente gekocht en is nu in gebruik als schouwburg ‘De Maagd’. Voortaan zou de Gertrudis weer een katholieke kerk zijn en de protestanten kregen het recht om er nu en dan gebruik van te maken. Een geluk bij een ongeluk was dat de waardevolle inboedel van de twee gesloten kerken nu in de Gertrudis een plaats kon krijgen. In 1987 wijdde bisschop Ernst de kerk opnieuw in.
Aanvulling
Tijdens de restauratie van de voormalige kerk 'De Maagd' stuitten de werklieden in 1988 op de grafkist van Jan metten lippen, zoals de bijnaam van Jan II van Glymes (1417-1494), heer van Bergen op Zoom en 11 kinderen. Loodgieter Henk van de Water schreef er het onderstaande memo over: de half vergane kist werd opgegraven en de botten werden in een nieuwe kist herbegraven. Maar dan in de Gertrudiskerk. De tegels kwamen terecht in de Gertrudiskapel.
Willem Kruf stuurde ons de foto en het memo toe, waarvoor dank.
Reactie toevoegen